“Die voorouders van ons die waren nog niet zo achterlijk”

Verhaal van Jan Koornberg (1951)

Jan Koornberg (1951) is begonnen als technisch ambtenaar bij het polderdistrict Noord- West Veluwe in Elburg en heeft zijn carrière afgesloten bij waterschap Veluwe in Apeldoorn, waar hij eerst als sectorhoofd werkte en later als bestuursadviseur. Welke plaats cultuurhistorie heeft gespeeld bij het waterschap en bij de Bekenstichting in zijn werkzame jaren vertelt hij mij onder het genot van een kopje koffie bij hem aan de keukentafel.

Daar is toch in de loop der jaren heel wat aan gesleuteld

"Ik had vanuit mijn werk altijd al de interesse in de ontstaansgeschiedenis van het landschap en de beken daarin. Die beken liggen er niet toevallig. Ik vroeg mij af wat de functie was van die beken en waarom er zoveel aan gesleuteld was. Al vrij snel, zonder dat het beleid was, verdiepte ik mij in de historie van de watergangen en beken in het gebied waar ik werkzaam was. Bij het toenmalige polderdistrict Noord- West Veluwe was er geen enkel beleid dat rekening hield met cultuurhistorische waarden. Sterker nog het was de tijd van de A-2 werken en ruilverkavelingen die het watersysteem  efficiënter inrichtten voor de landbouw. Aandacht voor het landschap  groeide langzamerhand, maar voor cultuurhistorie was weinig aandacht".

"Midden jaren tachtig van de vorige eeuw is er met de fusiegolf van de waterschappen in de provincie voor het eerst aandacht gekomen  voor landschap en cultuurhistorie. De waterschappen op de Veluwe kregen in een bijzonder reglement de opdracht herstelplannen te maken voor de door de provincie aangemerkte waardevolle beken en sprengen. In de plannen moesten alle functies van een beek beschreven en gewogen worden om tot een herstelplan te komen die alle functies recht deed en niet enkel het landbouwkundige belang diende.Met de cultuurhistorie bij de beekherstelplannen werd ik zo als van zelfsprekend geconfronteerd. Of je de cultuurhistorische en andere ambities kon realiseren bij de beekherstelplannen hing sterk af van de betrokkenheid en medewerking van de mensen in het gebied en in het bijzonder van de aangrenzende grondeigenaren".

De Hierdense beek

"Het eerste grote beekherstelproject bij waterschap Noord-Veluwe , waar ik bij betrokken werd, was de Hierdense beek. Eind jaren ‘80 zijn we gestart met het onderzoek en de planvorming. Dat hebben we gedaan samen met Oranjewou d, maar ook met de mensen uit die streek. Bij het herstel van de Hierdense beek met z’n zijbeken lag de focus sterk  op de natuur, al lag  bij de centrale beek de focus  ook wel enigszins op cultuurhistorie en recreatie. Met veel moeite hebben we een gedragen plan kunnen realiseren. Bij het opstellen van het beekherstelplan hebben we de ergste overlast langs de zijbeken mee kunnen nemen als een landbouwkundig belang, waarbij het ecologisch herstel vooropstond en de hydrologische basis van het gehele stroomgebied in tact bleef. Dat was het resultaat van heel veel overleg en heel veel inzet. Het plan is midden jaren '90 uitgevoerd".

Een integrale aanpak

"De derde nota waterhuishouding van het Rijk gaf eind jaren ’80 voor het eerst blijk van een integrale aanpak voor alle waterplannen. Provincies hebben dit vertaald in provinciale waterhuishoudingsplannen. Daaruit vloeide voort dat alle waterschappen integrale beheersplannenplannen moesten maken waarbij niet alleen het waterkwantiteitsbeheer maar ook het waterkwaliteitsbeheer  diende te worden betrokken. De waterschappen en de zuiveringschappen in Gelderland hebben toen besloten drie integrale plannen te maken, voor de Veluwe, de Achterhoek en de Betuwe. Hierbij is er voor het eerst beleidsmatige aandacht  bij de waterschappen  gekomen voor cultuurhistorie, al kreeg het niet de urgentie van een hoofdtaak maar als iets om rekening mee te houden.
Met de totstandkoming van deze integrale waterbeheersplannen is tevens de basis gelegd voor een verdere fusie bij de waterschappen en heeft geleid tot integrale waterschappen waaronder in 1997 waterschap Veluwe".

Cultuurhistorie bij beekherstel en en de rol van de Bekenstichting daarbij

"Mijn betrokkenheid als sectorhoofd bij waterschap Veluwe was beperkt tot de plannen die we maakten voor dijkversterking en bij beekherstelplannen. Bij beekherstel kreeg het cultuurhistorisch aspect  steeds meer aandacht,  zeker als dit niet ten koste ging van de ecologie. Bij de planvorming voor beekherstel in een streek was de Bekenstichting vaak betrokken. De Bekenstichting keek niet alleen naar de ecologie, maar ook naar de cultuurhistorie. - Ik heb  in de loop der jaren wel een verandering bespeurd binnen de Bekenstichting van steeds meer aandacht voor de cultuurhistorie en wat minder voor de ecologie-. De cultuurhistorie zorgde bij de ontwikkeling van een herstelplan voor draagvlak bij de burgers. Opnemen van maatregelen voor bijvoorbeeld het herstel van een watermolen was vaak de beroemde smeerolie".

"Aan de oost- en zuidkant kant van de Veluwe liggen verreweg de meeste sprengenbeken omdat de hellingen veel hoger zijn  en door de kleischotten in de ondergrond is de watervoerendheid van de beken beter gegarandeerd dan aan de noord- en westzijde van de Veluwe. Dat was ook wel door menselijk ingrijpen -in de vorm van opgeleide beken- verbeterd. Daar konden betere waterafvoeren gecreëerd worden met een groter hoogteverschil, zodat de molens beter tot hun recht kwamen. Dat resulteerde daar in een levendige molenindustrie. De vele watermolens en de restanten getuigen hier nog steeds van. Soms is het herstel van een watermolen meegenomen in een planvorming maar vaak is dat als apart project gerealiseerd.  De inbreng van de Bekenstichting heeft hier nadrukkelijk aan bijgedragen".

"Afhankelijk van de aangetroffen waarden kregen de beekherstelplannen een accent. Het beeksysteem van de Molencatense beek heeft bijvoorbeeld een sterk cultuurhistorisch karakter. Daar zijn de ecologische waarden door de sterke beschaduwing en geïsoleerde ligging beperkt. Er groeit bijna geen plantje en er zijn weinig waardevolle organismen door het periodiek droogvallen van delen van de beek. Zo heeft de Hierdense beek veel minder cultuurhistorische elementen, maar wel een heel sterke ecologische en landschappelijke component, al zijn er nog wel een paar voormalige molenplaatsen. In 25 jaar tijd (van 1987 tot 2012) hebben alle beken op de Veluwe door een herstelplan een opknapbeurt gekregen. Afhankelijk van de medewerking van de aanliggende grondeigenaren zijn er meer of minder maatregelen uit de plannen gerealiseerd".

1000 jaar waterbeheer op de Veluwe

"In 2003 heb ik voor het eerst een keer een presentatie gehouden over de geschiedenis van het waterbeheer op de Veluwe. Ik ben daarvoor de archieven ingedoken en heb die hele geschiedenis en de hele ontwikkeling van die watersystemen aan de oostkant van de Veluwe geïnventariseerd, vanaf dat er weteringen gegraven zijn. Alle verbeteringen die het hele watersysteem sindsdien heeft ondergaan hebben we met een aantal mensen in beeld gebracht en beschreven. Het betrof het gehele systeem inclusief de dijken en de stoomgemalen en het verdelen van het stroomgebied in een noordhelft en een zuidhelft , Het heeft zijn neerslag gekregen in het boek ‘Veluws water. Duizend jaar waterbeheer op de Veluwe’. Het polderdistrict Veluwe, wat later opging in waterschap Oost-Veluwe aan de oostkant van de Veluwe, is al in 1370 ontstaan".

Een voorbeeld:

"Bij dat archiefonderzoek kom je interessante dingen tegen, bijvoorbeeld een verbeteringsplan voor de Oost-Veluwe uit de 19e eeuw: Omstreeks 1870- ‘75 kreeg ingenieur De Backer opdracht om voor de hele oostkant van de Veluwe, - zeg maar het gebied tussen Apeldoorn- Deventer- Hattem - volledig in kaart brengen en een verbeterplan maken. Die man heeft dat zeer minutieus gedaan met prachtige tekeningen, allemaal lengte profielen in kleuren. Dat verbeterplan heeft uiteindelijk in 1879 tot een definitief plan geleid, maar ook  dat was bestuurlijk een moeizaam proces. Ik geloof dat ze omstreeks, 1914  eindelijk hebben besloten om er geld voor vrij te maken en het plan uit te voeren. Dat plan werd toen al begroot op twee miljoen. Dat was voor die tijd een astronomisch bedrag; dat zou nu ongeveer een miljard zijn. Hij heeft toen een watersysteem bedacht met twee stoomgemalen. Eén gemaal was te groot voor het hele gebied, dus de polder werd opgedeeld in twee afwateringsgebieden met één gemaal bij Hattem/ Wapenveld en één bij Terwolde, ook kwam er een dwarsverbinding naar dat gemaal toe. Dat systeem bestaat nog steeds".

Behoud watererfgoed, maar er moet wel bezuinigd worden

"Het verschijnen van het jubileumboek ‘Veluws Water’ in 2007 maakte duidelijk hoeveel watererfgoed ons beheergebied rijk is. Het was mede aanleiding mij in 2008 te vragen een nieuwe beleidsnota over archeologie en cultuurhistorie te maken. Eén van de vervolgacties uit deze beleidsnota was het maken van een volledige inventarisatie en waardering van al het watererfgoed in het beheergebied van waterschap Veluwe. Deze actie is in 2009 uitgevoerd en in 2010 is het rapport over de uitwerking van het watererfgoed vastgesteld door het algemeen bestuur. En ja, ik kreeg de opdracht om dat te doen. Heel voorzichtig hebben we een plan gemaakt om de instandhouding daarvan te garanderen. Maar ja, die instandhouding en het herstel kosten geld en daar moesten we dan weer creatief een oplossing voor bedenken want  in die jaren mocht het niet veel geld kosten. Samen met de heemraad hebben we toen wat kleinere projecten opgenomen en mee laten liften met bestaande projecten. Bij beekverbeteringsprojecten kon je wel eens een behoorlijke som reserveren voor het restaureren of beter zichtbaar maken van een waterval of een voormalige molenplaats of het herstel van andere cultuurhistorische elementen. Zo hebben we ook de sluizen in het Apeldoorns kanaal aangepakt. Eigenlijk was dat de grootste kostenpost in het hele project, maar daar hebben we flinke subsidies voor weten te genereren. We hebben alle sluizen in het kanaal kunnen restaureren van Apeldoorn tot aan Hattem".

Oog voor cultuurhistorie door educatieve activiteiten

"Er is zo in de loop der jaren bij de waterschappen meer oog gekomen voor cultuurhistorie. Bij elk project betrekken ze nu de cultuurhistorie wel als een component, maar het is nog steeds een neventaak. Zolang het niet tot de kerntaken behoort, zal er ook niet extra in geïnvesteerd worden en is het bij bezuinigingen het eerst weer aan de beurt. Er komt bij het cultuurhistorisch beheer wel steeds meer nadruk te liggen op de recreatieve functie van de objecten en de beken, waardoor de cultuurhistorie een nieuwe lading krijgt. Zo is er bij de herbestemming van een oud gemaal een expositieruimte gemaakt en een loods kan omgebouwd worden tot een leuk restaurantje  met behoud van zijn oorspronkelijke functie".

"Draagvlak bij een breed publiek is belangrijk voor het behoud van de cultuurhistorische waarden en daar kan recreatie en toerisme wel een rol bij spelen. Open dagen, wandelroutes, voorlichtingsbijeenkomsten en een bezoekerscentrum met horeca zijn belangrijke middelen om mensen te interesseren voor de cultuurhistorie van de sprengenbeken. Het is de kunst om veel mensen te interesseren, maar op massatoerisme zitten we ook weer niet te wachten. Toerisme met goede educatieve activiteiten is geen bezwaar".

Cultuurhistorie beter in beeld bij de waterbeheerders

"Henri Slijkhuis en ik zijn in 2012 bij elkaar gaan zitten en hebben een startdocument gemaakt voor de werkgroep Cultuurhistorie van de Bekenstichting. Het is nog steeds heel herkenbaar in het huidige werkplan Zo wilden wij een zinvolle bijdrage aan het werk van de stichting leveren. Het AB (Algemeen Bestuur van de Bekenstichting) was het er toen mee eens. Henri en ik waren de mensen van het eerste uur, maar er kwamen meer mensen bij. De werkgroep bestond op een gegeven moment uit zeven personen. Voor de interactie met het bestuur kwam er een bestuurslid bij, zodat je korte lijnen hebt. Dat werd toen Jan van der Velde. Nou toen hebben we bedacht om jaarlijks werkplannen te maken. Dat vind ik nog steeds een gouden greep". 

"Met de werkgroep hebben we zeker bijgedragen aan de doelstellingen van de Bekenstichting. We hebben de cultuurhistorie beter in beeld gekregen bij de waterbeheerders, bij overheden en bij de burgers. Helaas  is het bij het waterschap nog steeds geen kerntaak; zover hebben we het niet kunnen schoppen. Met alle publicaties hebben we wel meer belangstelling weten te kweken bij een breed publiek. De Bekenstichting heeft zeker bereikt dat de provincie en gemeenten evenals de waterschappen zich bewust zijn dat ze  meer oog dienen te hebben voor de cultuurhistorie. Ik denk dat wij als werkgroep daar wel aan bijgedragen hebben."

Dit verhaal is vastgelegd in de periode 2016-2018 door vrijwilligers van de Oral History Werkgroep Gelderland, de Bekenstichting en de Museumfabriek Winterswijk. Mede gefinancierd door Waterschapsfonds Gelderland.


Rechten

Marianne Poorthuis

  • Leven met water in Gelderland

  • Landschap

  • Landbouw

  • 1950-2000

  • Veluwe

  • Elburg

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl