Al in juni 1940 kwam het bevel van de Duitse bezetters dat in de nachtelijke uren alles verduisterd moest worden. Ramen moesten worden afgeplakt en lichten werden op bevel van de bezetters gedoofd. Het kustlicht op de Vischpoort mocht niet meer branden net als het licht op het havenhoofd. De geallieerde vliegers mochten geen oriëntatiepunten hebben om tijdens de nachten succesvolle bombardementsvluchten uit te kunnen voeren.
De Elburger vissers mochten op zee slechts een beperkte lichtvoering gebruiken. De scheepslantaarns moesten worden afgeschermd door een gegalvaniseerde kap met een klein horizontaal gleufje. Daardoor kon het licht niet vanuit de lucht worden waargenomen. De gebrekkige lichtvoering was voor de vissers een grote handicap. Het veroorzaakte diverse aanvaringen.
In het Nieuws- en Advertentieblad voor Elburg en omstreken van 28 juni 1940 werden de strenge verduisteringsmaatregelen nog eens bij de Elburger bevolking onder de aandacht gebracht. De Duitse wachtpost op de toren van de Sint-Nicolaaskerk had geconstateerd dat het met de verduistering nog niet helemaal goed op orde was. Er werden in de avonduren nog steeds lichtplekken waargenomen. Ook de vissers werden gewaarschuwd. Gedreigd werd dat als de vissers zich onvoorzichtig zouden gedragen de kans zou toenemen dat het vissen in de nacht beperkt zou worden.
Deze afschermkap is tijdens de oorlogsjaren gebruikt door schipper Hendrik van de Wetering van de bons EB 67. Het is de enige afschermkap van de Elburger vloot die na de oorlog is bewaard gebleven.
Dit verhaal over de afschermkap van Hendrik van de Wetering en de Elburger vissers is een gecomprimeerd verhaal uit het boek van Willem van Norel Elburg en omstreken in oorlogstijd 1940-1945 (Raalte 2020). Rijnbrink, de Gelderse Bibliotheken en Erfgoed Gelderland gingen van maart tot en met mei 2021 op zoek naar Gelderse oorlogsverhalen. Lees meer inzendingen in de special Getuigen van de Oorlog.
Willem van Norel, CC-BY-NC
Getuigen van de oorlog
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Elburg
Veluwe