Doelmatige bewaring, conservering en gebruik van voedingsmiddelen

Landbouwhuishoudkunde Wageningen in de jaren vijftig

Onder verantwoordelijkheid van het toenmalige Nederlandse Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening bevatte een subsidieaanvraag voor Marshall-gelden drie plattelandsprojecten. De projecten hadden tot doel de productiviteit in de landbouw op te voeren en specifiek om nieuwe voorlichtingsmethoden te introduceren. Een van de projecten, het project Doelmatige bewaring, conservering en gebruik van voedingsmiddelen, was ook onderdeel van de plannen om voorlichting en onderzoek op het gebied van de Landbouwhuishoudkunde aan de Landbouwhogeschool in Wageningen uit te breiden.

Het ministerie stelde een commissie in: de ad-hoc-commissie ter uitvoering van de M.S.A. -programma’s Home Economics. M.S.A. stond voor Mutual Security Agency, de naam van het subsidieprogramma. Deze commissie besprak onder meer de voortgang en uitvoering van dit project. Mevrouw C.W. Visser, in 1952 benoemd als hoogleraar Landbouwhuishoudkunde, was voorzitter van deze commissie. De studie Landbouwhuishoudkunde was toen gevestigd in het voormalige hoofdgebouw aan de Herenstraat in Wageningen. De commissie was breed samengesteld met vertegenwoordigers van overheid en maatschappelijke organisaties, onder meer het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad, Boerinnenorganisaties, Landbouwhogeschool, Afdeling Voorlichting en afdeling landbouwonderwijs van het genoemde ministerie, en de Stichting voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting.

Onderzoek

Het project Doelmatige bewaring, conservering en gebruik van voedingsmiddelen had twee sporen. Het betekende opstarten van onderzoek naar het inmaken van voedsel, de gebruikte technieken, de werkomstandigheden en de problemen daarbij. Onderzoeksresultaten dienden als basis voor het tweede spoor: het ontwikkelen en organiseren van demonstraties over voeding verspreid over Nederland met behulp van nieuw informatiemateriaal. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in 1956. De voorlichting startte eerder.

Voorlichting

Tussen juli 1953 tot juni 1954 vonden verspreid over Nederland 534 voorlichtingsbijeenkomsten plaats, zogenoemde demonstraties. Boerinnenorganisaties bereikten lokale vrouwen, die de bijeenkomsten organiseerden. Vijftig landbouwhuishoudleraressen waren via scholen benaderd om de bijeenkomsten inhoudelijk te verzorgen. Zij maakten gebruik van het voorlichtingsmateriaal dat met name in het kader van dit project ontwikkeld was.

Films en voorbeeldkoffers

Binnen het project werden twee films gemaakt. Een film over ‘Het bewaren van voedsel’ en een andere film over het gebruik van melk, boter en kaas. Verder waren zogenoemde Voorbeeldkoffers ontworpen: een koffer over keukeninrichting en een andere koffer over praktische werkkleding. Folders over gezonde voeding, een poster over de basic-5 en een brochure over inmaak hadden de landbouwhuishoudleraressen ook bij zich. 17.000 deelneemsters in heel Nederland namen deel aan de lokale bijeenkomsten die overal weer anders werden aangekondigd. In Gelderland bijvoorbeeld als ‘Samenstellen van een eenvoudig menu’ (Culemborg), ‘De voeding van onze kinderen’ (Gorssel), ‘Goed eten en slank blijven’ (Didam) en ‘Inmaak (met film)’ (Vragender).


Rechten

Jeanne van Poppel, CC-BY-NC-SA

  • Landbouw

  • Onderwijs

  • 1950-2000

  • Wageningen

  • Arnhem e.o.

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl