In 1188 werd Bredevoort voor het eerst schriftelijk vermeld als 'castrum Breidervort' in een akte. De heerlijkheid Bredevoort was toen onderdeel van het Münsterse graafschap Lohn. Aan een hessenweg van het westen naar Münster hadden de heren van Lohn in 1167 een burcht gebouwd aan de brede 'voorde' (doorwaadbare plaats) tussen Aalten en Miste, een strategische plek.
Borgmannen (edelen die de burcht moesten verdedigen) oefenden het gezag uit voor de graaf waaronder ook Aalten, Dinxperlo en Winterswijk vielen. In 1248 werd Bredevoort ommuurd. Toen de laatste graaf van Lohn stierf zonder erfgenamen, brak er vanaf 1322 tot en met 1326 een strijd uit tussen Lodewijk II van Münster en Reinald II van Gelre om het bezet van Bredevoort. Deze strijd werd in het voordeel van Gelre beslecht. Doordat Münster het pandschap nooit afloste zou Bredevoort vanaf dat jaar definitief Gelders grondgebied blijven. In 1388 verleende Otto van Gelre aan Bredevoort stadsrechten.
Onder Maarten van Rossum werden de Middeleeuwse stadsmuren gemoderniseerd om kanonvuur te weerstaan. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Bredevoort in 1572 ingenomen door Geuzen, die het stadje snel verlieten toen Don Frederik naderde en een strafcampagne tegen de opstandelingen ondernam. In 1597 wist prins Maurits het stadje te veroveren. Door plunderende soldaten brandt het hele stadje af. In 1606 probeerden de Spanjaarden het herbouwde stadje te heroveren. Bredevoort werd ontzet door Frederik Hendrik en bleef voor de Staten behouden. In 1646 ontplofte de kruittoren van het kasteel door blikseminslag. De drost en zijn gezin kwamen daarbij om. In 1697 werd de heerlijkheid Bredevoort aan Koning-Stadhouder Willem III geschonken, waardoor koning Willem-Alexander nog altijd 'heer van Bredevoort' is.
In 1755 verliet het garnizoen het vestingstadje waardoor het ineens vijfhonderd inwoners verloor. Brouwerijen, bakkers, schoenmakers, hoedenmakers, kleermakers trokken naar omliggende dorpen. Bredevoort raakte in verval. Pas in 1878 kwam de economie weer op gang met de komst van textielfabrieken. Pastoor Mulder was toen drijvende kracht achter de stichting van een ziekenhuis, het verkrijgen van elektriciteit en tram- en treinstation. De opbloei was kortstondig. Door de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog moesten veel bedrijven weer sluiten. Ondanks de komst van een knopenfabriek, werden de stations gesloten, tramrails opgebroken. Bredevoort raakte in verval, grachten werden gedempt, veel monumentale huizen vervielen en werden gesloopt. In 1986 kreeg Bredevoort een beschermd stadsgezicht. In 1993 werd door wijlen Henk Ruessink het project 'Bredevoort Boekenstad' opgezet. De stichting werd in 2010 onder de hoede van gemeente Aalten gesteld. Met de komst van boekenwinkels, boekenmarkten, kunstgaleries profileert Bredevoort zich tegenwoordig op het toeristische vlak, bezocht door rust- en cultuurzoekers. Bij gelegenheid kan men nog altijd een kanon horen schieten.
Bronnen: