Ouderwetse houten wc’s, wasbeurten in een zinken teil waar zijn ouders zich ook in wasten, drinkwater uit een open put: de heer B. Venderbosch (1930) uit Zieuwent heeft het allemaal nog meegemaakt.
“Op zaterdagavond werden wij gewassen in zo’n grote zinken teil. Wij hadden thuis een apart washok. Daar kon iedereen om de beurt in. Bij ons was er altijd voldoende warm water, maar er was geen douche. Vaker dan eenmaal per week mocht je niet in bad of, later, onder de douche. Het was te duur om iedere keer voor warm water te zorgen. Je moest het maar doen zoals het het beste ging.
Wij hadden twee pompen: eentje in huis en eentje iets verderop in de richting van de Dorpsstraat. Mijn opa was vroeger met onze bakkerij en winkel begonnen. Veel klanten van hem konden in de zomer bijna geen water krijgen van hun heipomp, omdat het peil van het grondwater dan zo laag was. Daarom heeft mijn opa vroeger die tweede pomp laten plaatsen als service voor zijn klanten, maar ook voor de buurt. Het waren pompen die je aan moest zwengelen.
In de oorlog kregen wij een waterleiding. Ik kan me nog herinneren dat er mensen waren, die zeiden: “Wij willen geen waterleiding in huis hebben, want als de Duitsers gemene streken met ons willen uithalen, dan kunnen ze dat water vergiftigen.” Daarom kregen sommige mensen geen waterleiding. Die hadden een ouderwetse put buiten staan, waar je met een emmer het water uit moest scheppen. Je kon gewoon in de put kijken. Er viel van alles in het water, maar daar gaven de mensen niks om. Men keek in de emmer of er nog iets in dreef of rondzwom. Dat werd eraf geschept. Verder werd er niet over zuiverheid nagedacht. Ik vond water uit de put trouwens altijd wel heel lekker.
Toen we waterleiding kregen hadden we nog maar één kraan in huis. Die was in onze bakkerij, omdat daar het meeste water werd gebruikt. Al het water moest daar gehaald worden, met emmers en bakken. Heel geleidelijk aan, bij verbouwingen, kregen we meer kranen in huis. Het was al eind jaren ’60 toen mensen op meer plaatsen in huis kranen hadden.
In het huisje achter ons woonden mensen, die het niet te breed hadden. Hun pomp weigerde bijna altijd. Elke morgen kwam de man voor zijn werk hier een emmer of vijf, zes water halen, zodat zijn vrouw thuis water genoeg had. Zo kon ze toch koken, afwassen en noem maar op.”
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over de heer B. Venderbosch is geschreven door Anja Driessen, op basis van een oral history-interview afgenomen door Anja Driessen in oktober 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Kees Huntink.
Anja Driessen, CC-BY