Jan Pleiter van boerderij Neijenkamp in Vragender (C79) was in Lichtenvoorde en Corle-Winterswijk een begrip als het om de ‘beerhouderij’ ging. In 1928 stelde Jan voor het eerst de door hem gekochte beer (mannelijk varken) ter beschikking van andere boeren om hun zeug(en) te laten dekken. Met hun dier in een kooi op de bolderwagen of in de stortkar kwamen de landbouwers dan bij Pleiter. Lukte de dekking om welke reden dan ook niet direct, dan kwam het varken ‘in pension’. Het dekgeld bedroeg in de beginperiode 2,50 gulden maar werd in de crisisjaren tijdelijk verlaagd naar twee gulden.
Eens kwam een boer met varken bij Pleiter aanlopen en dat ging heel moeizaam want het dier ging geregeld liggen. Eenmaal bij het dekstation gearriveerd werd het varken gestald om tot rust te komen. De volgende morgen lag het varken dood in het hok. Toen de eigenaar was geïnformeerd werd duidelijk, dat de zeug al een aantal dagen niet had gevreten en zich vreemd had gedragen. Ze zal wel ‘berig’ zijn, was de veronderstelling geweest, maar dat was dus geheel onjuist. Op een morgen ontdekte Pleiter tot zijn verrassing een zeug in de buitenruimte. Het was de zeug van buurman “Keupenhuis” die tekenen van ‘berigheid’ vertoonde, ontsnapt was en zelf de weg naar het dekstation – 2 km verder - had gevonden!
Rondom de tweede wereldoorlog stond de beerhouderij op een laag pitje, maar na de bevrijding kwam daar verandering in. Bij Pleiter werden meer zeugen aangeboden, zodat geleidelijk aan meer beren werden aangeschaft (zes beren in de drukste periode 1955-1965). Er kwam ook concurrentie, waardoor besloten werd een VW-busje aan te schaffen voor vervoer van zeugen van klanten. Vooral zoon Theo Pleiter vervoerde talloze varkens. Het dekgeld bedroeg in die tijd twintig gulden. Het werken met dekberen was niet zonder risico, hetgeen Theo aan den lijve ondervond. Hij werd gebeten door een beer en moest naar het ziekenhuis. De verpleegsters dachten toen dat Theo iemand uit het circus was (‘Hij is door een beer gebeten’)!
Rond 1968 - na 40 jaar - stopte Pleiter met deze bedrijfsactiviteit. Varkenshouders maakten steeds meer gebruik van de varkens K.I. (kunstmatige inseminatie station). Het melkvee en de fokzeugen bleven tot heden op boerderij Neijenkamp.
Corle in de 20e eeuw: Het verenigingsleven, werkgroep Corle boek, 1997, p91-93.
Ina Brethouwer