In het jaar 1593 dat Antonio wordt geboren is zijn vader Meus Anthonisz stadsburgermeester van Culemborg. Hij volgt daar de Latijnse school.
Op zestienjarige leeftijd komen wij Antonio in de boeken tegen als koopman. Antonio is in deze tijd assuradeur van zeeschepen en hun lading. Men kan zich tegen verlies of beschadiging bij hem verzekeren. Dit heeft uiteraard ook voor hem risico’s, want bij gebleken schade moet de assuradeur ook uitkeren. Wanneer een schip met diamanten, die Van Diemen met slechts één ander persoon heeft verzekerd, tussen Lissabon en Duinkerken wordt gekaapt en er daarnaast nog twee andere betalingen openstaan gaat het mis. Van Diemen moet in totaal twaalfduizend gulden betalen. Op 10 november 1616 wordt zijn faillissement uitgesproken - de straf hiervoor kan ophanging zijn.
Het wordt Van Diemen geweigerd om in dienst te treden van de VOC om hiermee als koopman zijn schulden te vereffenen. Er blijft hierdoor voor hem niets anders over dan aan te monteren als Thonis Meeuwsen, soldaat in de rang van Vaandrig, voor acht gulden in de maand. Op gevaarlijk terrein, op het schip ‘Mauritius’ van de kamer van Amsterdam, moet hij zich melden. Hoogstwaarschijnlijk is hij hierbij geholpen door een invloedrijke vriend. Er hangt hem tenslotte de doodstraf boven het hoofd in Amsterdam.
In 1619 wordt Van Diemen door gouverneur generaal Jan Pieterszoon Coen aangesteld als klerk in dienst van de VOC. Inmiddels zijn de bewindvoerders in Amsterdam achter de ware identiteit van Thonis Meeusen gekomen en waarschuwen zij Coen. Die onderkent echter de bijzondere kwaliteiten van Van Diemen en negeert de waarschuwingen. Hij wordt door Coen nog benoemd in een aantal andere functies. De bewindvoerders in Nederland krijgen dan ook steeds meer oog voor zijn kwaliteiten.
In 1636 wordt Van Diemen benoemd tot gouverneur generaal. Geheel tegen de wens in van de bewindvoerders van de VOC gaat Van Diemen in oorlog met de Portugezen om hun handelsnederzettingen te veroveren. In 1641 wordt Malakka op de Portugezen veroverd. Tevens wordt er in Ceylon tegen de Portugezen oorlog gevoerd om het kaneelmonopolie.
Met Van Diemen begint ook het tijdperk van expansie van de compagnie door verschillende ontdekkingstochten. Tijdens de ontdekkingstocht in 1643 wordt het 'Anthonie van Diemenland' ontdekt, het latere Tasmanië. Later wordt ook het meest westelijke puntje van Nieuw-Zeeland aangedaan en krijgt deze de naam “Kaap Maria van Diemen”.
Na zijn overlijden in 1645 blijkt uit de erfenis dat Van Diemen naast een aanzienlijk kapitaal ook negen huisslaven heeft nagelaten aan zijn vrouw, Maria van Aelst. Het meenemen van tot slaafgemaakten door repatrianten tracht de VOC te ontmoedigen door de heffing van tweehonderd rijksdaalders voor transport en negentig rijksdaalders aan kostgeld per individu. Maria laat zich hierdoor niet ontmoedigen. Na het overlijden van Antonio vertrekt zij met de totale inboedel van de gouverneurswoning en zeven slaafgemaakten naar Nederland. Daar worden zij in 1647 doorverkocht.
Deze reeks gaat over een aantal uit Gelderland afkomstige personen die een rol speelden in het kolonialisme en/of de slavernij. Erfgoed Gelderland is bezig naast de vaak goed gedocumenteerde verhalen over deze personen ook het verhaal van de onderdrukte gekoloniseerde en tot slaaf gemaakten nader te belichten. Wie zijn dit en hoe is hun leven verlopen? Hierover kunt u ook lezen in de special ‘Sporen van slavernijverleden in Gelderland’.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY-NC