Jan van Riebeeck wordt in 1617 geboren, vermoedelijk in het huis 'De Fonteyn' in Culemborg. Tweeentwintig jaar oud stapt hij als leerling-chirurgijn aan boord van 'Het hof van Holland'. Het rijke Batavia lokt. Van Riebeeck maakt snel carrière in dit machtscentrum van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
De VOC wil een verversingsstation hebben op Kaap de Goede Hoop. Deze zuidelijkste punt van het Afrikaanse continent ligt halverwege de route Amsterdam-Batavia. Voor de schepen van de Compagnie een goede plek om schoon water en vers voedsel in te slaan. Jan van Riebeeck weet de VOC-bestuurders ervan te overtuigen dat hij de juiste man is.
In 1652 zet hij voet aan wal op de Kaap. Ondanks tegenslagen als logistieke problemen, onbekwaam werkvolk en voedselgebrek bouwt Van Riebeeck een fort, huizen en groentetuinen. De kuddes van de oorspronkelijke bewoners, de Khoikhoi, leveren vers vlees. Het nieuwe fort is de eerste blanke nederzetting in het huidige Zuid-Afrika.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.