
Omdat Catharina erg rijk is, laat Damas haar niet zomaar gaan. Hij beheert wettelijk haar vermogen en heeft recht op het vruchtgebruik ervan. Hoewel dit recht in Culemborg ook geldt, beschermt de vrijstad haar. Catharina laat 2000 gulden na aan de Culemborgse Barbarakerk, waarmee ze grafrecht in de kerk koopt. Na haar overlijden verrijst er op kosten van de familie een witmarmeren tombe.
Veel vluchtelingen maken net als Catharina gebruik van het asielrecht in de Lekstad, totdat Culemborg in 1798 onderdeel van de Bataafse Republiek wordt.
Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling 'Gelderlanders over Grenzen' van het Erfgoedfestival 'Over grenzen van Gelderland', 23 mei t/m 22 juli 2018.