Ria Olijslager-Ballast is geboren in 1948 in Lintvelde, een buurtschap onder Beltrum. Ze is de oudste in een gezin met zeven kinderen. Ze herinnert zich nog hoe mensen op visite kwamen op de boerderij van haar ouders. Omdat alles er dan picobello uit moest zien, was dat soms een heel gedoe.
“Wij kregen ook visite van mensen die in de oorlog bij ons in huis waren geweest. Toen kregen heel veel mensen in de Achterhoek evacués. Het Gelders eiland Lobith was onder water gezet en die mensen moesten weg uit hun huis. Wij hadden een familie uit Herwen en Aerdt en die kwamen na de oorlog nog regelmatig op visite. Dat werd minder toen onze opa en opoe dood waren.
De neijoorsvisites bij ons in de buurt herinner ik me ook nog goed. Daarmee begon je in het nieuwe jaar. Maar voordat je de hele buurt rond was, was het soms al wel bijna april. Je begon dan met koffie en met koek. Zo halverwege de avond kwam er een soort pauze. Iedereen ging dan naar het vee kijken. Dan ging het van: ‘Hé, dat is een mooie koe’ of ‘Die heeft al afgekalfd.’ Dat was het moment voor mijn moeder om de kopjes af te ruimen en de tafel in orde te maken voor de borrels, kaaszoutjes en glazen met sigaren en sigaretten.
Soms ging mijn moeder daarna ook naar de deel en was er niemand in de keuken. Wij sliepen allemaal in een slaapkamer rondom die grote keuken. Daar stonden de borreltjes al klaar. Wij gingen stiekem het bed uit en nipten aan de glaasjes voordat het gezelschap weer terugkwam. We lieten ook de deur wel eens een klein stukje openstaan en gingen luisteren naar wat ze allemaal zeiden.
Het was ook altijd een heel gedoe voordat die visite kwam. De koeien zwaaiden met de staart en dan zwaaide die staart ook wel eens door de stront in de grupstal. Mijn moeder was daar heel secuur in: alle koeien werden geborsteld en ook opgeschoren zodat ze er piekfijn uitzagen. De staarten werden gewassen in groene zeep. Dat onderste kwastje moest helemaal mooi wit en schoon zijn. Daar moesten wij als kinderen mee helpen. Wij moesten dan de emmer vasthouden en dan deed mijn moeder de staart erin. Zo zag die koe er weer picobello uit. De jongens moesten alle raampjes van de stal van binnen en van buiten wassen. Superschoon was het en dan kon de visite komen. Daarmee stak iedereen elkaar wel een beetje de loef af.”
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Ria Olijslager is geschreven door Lisanne Vroomen, op basis van een oral history-interview afgenomen door Marja Bergevoet oktober 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Kees Huntink.
Lisanne Voomen en Marja Bergevoet, CC-BY