Ria Olijslager-Ballast is geboren in 1948 in Lintvelde, een buurtschap onder Beltrum. Haar ouders zijn in 1947 getrouwd. Ze kregen zeven kinderen, waarvan Ria de oudste is. Haar opa en opoe woonden bij hun ouders in. Ria beschouwt het als een rijkdom om op te groeien met opa en oma nabij.
“Nadat mijn opoe was overleden, hebben wij nog een ontzettend plezierige tijd gehad met opa. Het is een rijkdom – zo heb ik het ervaren – dat je opgroeit met een inwonende opa en oma. Zij hebben het tempo van een kind. Ze hebben de tijd om in de sloot visjes te gaan bekijken. Ze hebben de tijd om te gaan kijken naar het uitkomen van kleine kuikentjes en om stro te gooien bij de kleine biggen in het hok. Van mijn vader mocht dat niet, maar wel van opa. Daarna maakte mijn opa het hok weer netjes.
Ik heb van hen echt heel veel geleerd en ook heel veel liefde gekregen. Ons gezin werd groot: uiteindelijk zeven kinderen. Dan is het onmogelijk als je zelf een boerderij hebt om aan alle kinderen evenveel aandacht te besteden. Als wij het niet eens waren met mijn moeder of je had straf, dan gingen wij hulp halen bij opa. Dan gingen we daar huilen en kregen dan nog wel eens een snoepje of iets dergelijks. Dat was gewoon een toevluchtsoord voor ons. Ik zou iedereen dat eigenlijk toewensen, een lieve opa en oma. Bij ons waren ze altijd vlakbij.
Opa was op de hooizolder en wilde los hooi door het gat, het ‘slob’, op de deel gooien. Met dat hooi en zijn hooivork is hij door het gat naar beneden gevallen, op het beton. Hij had een gebroken nek en nog een heleboel ander letsel. Hij ging de ziekenwagen zo in, smerig als hij was. Later in het ziekenhuis zagen we hem gewassen terug. Ik heb mijn vader eigenlijk nooit zien huilen, maar bij de dood van mijn opa huilde hij. Wij hebben toen de boerderij geërfd. We konden er allemaal blijven wonen.
Opa en opoe liggen allebei begraven op het kerkhof. Nog jarenlang was het de gewoonte om voor Allerzielen het graf af te halen. Het was een graf met witte steentjes. Ik moest dan alle steentjes verzamelen in een grote bak, samen met mijn broertje. Die werd mee naar huis genomen en zorgvuldig gewassen in heet sodawater, zo heet als wij het maar konden hebben. Dan waren ze weer hartstikke mooi wit en dan kwamen ze weer terug op het graf. Zeker met Allerzielen moest het graf netjes zijn.”
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Ria Olijslager is geschreven door Lisanne Vroomen, op basis van een oral history-interview afgenomen door Marja Bergevoet oktober 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Kees Huntink.
Lisanne Vroomen en Marja Bergevoet, CC-BY