Wim Klein Goldewijk is geboren in Zieuwent op 5 augustus 1929. Hij is 10 jaar als de oorlog uitbreekt. Tijdens de oorlog zit hij op de lagere school in het dorp. Hierna gaat Wim thuis op de boerderij werken. Tot op een dag de heer Voorhuis van het postkantoor langskomt. Hij zoekt een hulpbesteller. Vader Klein Goldewijk stelt zijn zoon Wim voor. Wim is bij de post geweest van 1948 tot aan zijn pensionering. Hij kan boeiend vertellen over zijn werk als postbode.
"Je werd ook overal voor ingezet. Zo fietste ik eens over de Scheiddijk, achter in Mariënvelde. Ik zie de buurman rijden met een wagen met hooi dat gevaarlijk overhelde naar de kant van de weg. Toen had je nog dat losse hooi, niet van die balen zoals nu. Met dat ik erbij kwam, viel die vracht van de wagen af. Er werd wel van me verwacht dat ik hielp met het opsteken van het hooi, dus jas uit, pet af en aan het werk! Toen het karwei klaar was bedankte hij me en hij zei dat hij het wel zou afrekenen met mijn vader. Ik heb er nooit meer wat van vernomen. Vader misschien wel, maar ik niet, haha!
Ook kwam ik eens ergens op een boerderij en daar kwam een vrouw me al tegemoet. Ze vroeg of ik misschien wilde helpen: een koe moest kalven en de jongens waren ver weg op het veld. Ja, dan vraag je maar om een overall en help je mee. Het kalfje werd geboren en daarna heb ik de overall weer gauw uitgedaan. Ik had geen tijd voor de aangeboden kop koffie en ik ben snel weer verder gegaan met mijn bestelronde.
Een andere belevenis uit die tijd is, dat ik weer eens helemaal achter in Mariënvelde aan het bestellen was. Dat was op een ochtend rond elf uur.Toen kwam ik bij een huis. De deur ging heel ietsjes open en een vrouw keek om de hoek van de deur en vroeg mij: ‘Postbode, zou je voor mij helemaal terug willen fietsen naar Café de Tolhut? Daar hebben ze telefoon. Wil je dan zeggen dat ze onmiddellijk de huisarts in Ruurlo moeten bellen? En wel met de hoogste spoed. Het is spoed, spoed, spoed!’ Ik kon niet anders dan weer helemaal de Scheiddijk af fietsen. De kroegbaas heeft de huisarts gebeld en ik kon al die kilometers weer terug om verder te gaan met de post. Een hele tijd later zag ik de man van die vrouw en die bedankte me. Hij zei dat ik het leven van zijn vrouw gered had door de dokter te laten waarschuwen.
De AOW werd ook door de postbode rondgebracht. Zo kwam ik eens ergens achteraf in een klein huisje. De pan erwtensoep stond op tafel, een poes zat eraan te likken en ik riep: ‘De postbode!’ Het gordijntje van de bedstee ging open. Ik zag een man die me vroeg wat er was. Ik vertelde hem dat ik de AOW kwam brengen en dat hij moest ondertekenen. Dat deed hij met zo’n vlekkerig inktpotlood, kan ik me herinneren. Vervolgens pakte de man het geld aan, voelde onder zijn kussen, haalde er een tabaksdoosje onder vandaan en propte daar het geld in. Hij bedankte me hartelijk en ik kon weer verder."
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Wim klein Goldewijk is geschreven door Cecile Hulshof, op basis van een oral history-interview afgenomen door Cecile Hulshof in augustus 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Lisanne Vroomen.
Cecile Hulshof, CC-BY