Joop Kruip (1935-2016) was kunstenaar in de periode van Wederopbouw. Zijn vrouw Minnie Kruip haalt herinneringen op aan hun leven samen.
“Ik fiets naar mijn werk, de Boerenleenbank en kom langs de Ludgerusschool. Daar zie ik een man een mozaïek maken op de gevel. Hij hakt een stukje uit de muur en metselt dan in het natte cement steentjes, zelf gewonnen uit grote stenen. Boeiend en mooi. Dat vindt mijn jongere zusje ook, maar op een andere manier. Zij pulkt de steentjes stiekem uit het natte cement en neemt ze mee. “Verdomme”, klinkt het de volgende morgen en hij moet opnieuw aan de slag. Tijdens de maaltijden bij ons thuis wordt er ook veel over hem gesproken. “Oh, hij heet dus Joop Kruip”. Ik knoop het goed in mijn oren.
Joops ogen hebben zich blijkbaar al die tijd niet alleen op het kunstwerk gericht, want speciaal voor mij komt hij, zesenhalf jaar ouder dan ik, naar het jeugdcarnaval in Lichtenvoorde. “Ik zie jou elke dag naar de bank fietsen. Dat moet je niet doen, dat is niks voor jou!” Ik vind het prachtig dat hij dat tegen me zegt en ik weet ook meteen: Ik moet weg bij de bank! Joop regelt dat ik bij Jan van Stolk, een bekende pottenbakker in Oosterbeek, het vak van pottenbakken kan leren. Ik werk een jaar op het atelier.
We worden een paar, blijven bij elkaar. En ik mag ervaren wat de kunst voor Joop betekent. Het zit in zijn genen. Als kind zonderde hij zich al af om de natuur in vormen vast te leggen. De keuze voor de kunstacademie in Enschede, de AKI, ligt voor de hand. Hij kiest voor Monumentaal-, Portret- en Vrij Schilderen. Tijdens zijn studie wordt hij al gevraagd om een mozaïek in een kerk in Haarlem te maken. Vele soortgelijke opdrachten volgen later.
Als kunstenaar woont Joop in “de Keet”, de directiekeet bij de Ludgerusschool die hij van het verdiende geld kon kopen en mocht plaatsen in een boom- en rozenkwekerij van zijn neef. Heel idyllisch. Na een tijdje trek ik bij hem in. Ontdek ook dat Joop altijd met zijn werk bezig is. Ik kan hem daarbij helpen. Als we samen wandelen, rapen we elk bijzonder steentje op. Hij gaat ook bewust op mooie plekken stenen zoeken, gaat naar steenhouwers voor leistenen, maakt zelf een apparaatje waarmee hij de stenen hakt. Joop maakt kunstwerken op locatie. Ik kan hem helpen met steentjes hakken en inleggen. We verblijven tijdens deze opdrachten in de buurt van de locatie.
Dan worden onze kinderen geboren, twee zonen. Joop moet alleen naar de locaties. Dat bevalt slecht. Hij blijft liever bij zijn gezin. De vraag naar mozaïeken loopt terug. Joop concentreert zich op vrij schilderen en portretschilderen. Hiervoor is hij aan de academie cum laude geslaagd. Ik moet uit pure noodzaak op kantoor gaan werken. Gelukkig horen we van de Beeldende Kunstenaars Regeling. In ruil voor diensten of kunstwerken kunnen kunstenaars een inkomen verwerven. Een strikte regeling, dat wel, maar lang hoeven we er geen gebruik van te maken. Joop wordt vaak door galeriehouders gevraagd om te komen exposeren. Hij verkoopt veel kunstwerken en we kunnen rondkomen. We zijn gelukkig met ons leven, ons werk en met elkaar.
De erfgoedvereniging de Heemschut spant zich in om kunstwerken van Joop te behouden. Zij zijn goed op de hoogte van waar Joops werken hangen. In Utrecht is er pas een groot mozaïek zinvol verplaatst. Het mozaïek van de Ludgerusschool te Lichtenvoorde, wordt ook herplaatst in de nieuwe school. Heel fijn om te zien dat mijn man's werk na zijn overlijden voort blijft bestaan en dat ik waardering voor zijn werk mag blijven ervaren. Bescheiden kunstenaar, Joop Kruip, leeft voort.”
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Joop en Minnie Kruip is geschreven door Minnie Kruip en geredigeerd door Kees Huntink.
Minnie Kruip, CC-BY-SA