Wegens het 1000-jarig bestaan van Lichtenvoorde in 1946 was er een dansavond in Hotel Industrie aan de Dijkstraat. Mevrouw Wekking-Idskes (1926) kwam daarvoor vanuit Amsterdam naar haar Lichtenvoordse nicht. Die had voor haar een afspraak gemaakt met een danspartner: de buurjongen! Zo leerde mevrouw Wekking haar toekomstige man kennen. Maar door de woningnood duurde het nog vijf jaar voor ze kon trouwen.
"Tijdens de verkeringstijd zat ik in Amsterdam en mijn man in Lichtenvoorde. Dus we zagen elkaar eens in de twee à drie weken. Het ging dan heel secuur. Want vóór je trouwen met z'n tweeën onder één dak slapen, dat was al heel moeilijk natuurlijk. Ik sliep beneden en hij op zolder. Als geluk bij een ongeluk moest hij in militaire dienst. Toen kwam hij eerst in Utrecht en een paar jaar later werd hij overgeplaatst naar Amsterdam.
Voor het werk van mijn man als verzekeringsagent moesten we in Lichtenvoorde wonen. Ik weet nog goed dat hij een keertje opbelde naar Amsterdam. Er was een woning leeg. De bewoner had zich opgehangen. Toen zei mijn man: ‘Durf je daar te wonen?’ Ik zei: ‘Ja, die komt toch niet meer terug!’ Maar hij kreeg de woning niet, hoor. Elke keer werden we aan de kant geschoven. Er waren wachtlijsten voor woningen. Wij werden daarop eerder achteruitgezet dan dat we voorrang kregen. Want als mijn man een woning zou krijgen, was er maar één persoon geholpen. Ik woonde immers toch in Amsterdam? Liever hielp de gemeente een Lichtenvoords stel.
We zijn toen begonnen met een huisje in de Dijkstraat, een heel klein ding. Mijn zus had één kamer van haar huis opgeofferd om ons te helpen. De huiskamer was 2.5 bij 3.5 meter. De keuken was 90 cm breed. In de slaapkamer stond een opklapbed en dat was alles. Ik moest buitenom in het andere gedeelte bij mijn zus naar de wc. Ons dak lekte. Uit die tijd heb ik nog een boek met waterschade. Ik deed de was op een wasbord. Later mocht ik de wasmachine van mijn zus gebruiken. We hebben daar vier jaar gewoond.
Toen kwam ik in de Schatbergstraat te wonen, op de hoek waar nu het oude politiebureau is. Daar stond toen een boerderij, waarvan wij een gedeelte konden huren. Tussen keuken en kamer was zeven meter gang! Mijn zus ging van de Dijkstraat naar de Kardinaal de Jongstraat. Daar werden toen nieuwe woningen gebouwd. Voor onze begrippen werd er veel gebouwd. De Schatbergstraat liep eerst maar tot het huis van Kolkman. Verder was het allemaal zand. Dat werd allemaal volgebouwd. Toen we een zoon hadden, konden we daar in 1962 een huis kopen. Mijn man heeft altijd lang gezeurd om woningen."
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over mevrouw T. Wekkink-Idskes is geschreven door Anja Driessen op basis van een oral history-interview afgenomen door Anja Driessen in september 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Lisanne Vroomen.
Anja Driessen, CC-BY