De Spanjaarden belegerden in 1599 tijdens de Tachtigjarige Oorlog de stad Zaltbommel. De troepen van de Spaanse bevelhebber Mendoza vochten er tegen de manschappen van prins Maurits, de aanvoerder van de opstandige noordelijke gewesten van de Nederlanden.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, de Waal als barrière, thema Strijd aan de Waal
In 1599 boekten de Spaanse troepen onder leiding van Francesco de Mendoza (1546-1623), succes in de strijd in de Tieler- en Bommelerwaard. Ze veroverden het fort Crèvecoeur bij ’s-Hertogenbosch en sloegen daarna, in mei 1599, het beleg op voor Zaltbommel. Zaltbommel was een belangrijke stad voor de opstandige Nederlandse gewesten. De stad was een grensvesting en Maurits van Oranje (1567-1625) had de stad dan ook extra laten versterken met aarden wallen. Deze ravelijnen en bastions waren tactische verdedigingswerken om de vijand op afstand te houden.
De Staatse troepen waren echter onderbezet, doordat de Staten-Generaal op het leger had bezuinigd. Maurits liet in allerijl extra troepen en pleiten aanrukken. Een pleit was een lang en plat vaartuig dat als vrachtschip gebruikt werd. Elke pleit moest voorzien worden van twee gegoten, ijzeren kanonnen en een bemanning van vijftig koppen. De pleiten werden ook gebruikt om een schipbrug te maken over de Waal, tussen het belegerde Zaltbommel en de Tielerwaard.
In het beleg van Zaltbommel vielen veel doden en gewonden aan de Staatse kant. De Spanjaarden bestookten de stad met zwaar geschut. Dankzij de aanvoer van extra troepen kon Maurits vanuit de stad aanvallen laten uitvoeren. Deze vertraagden de opbouw van de belegering door Mendoza zodanig, dat deze in juni 1599 besloot het beleg op te breken.
Vervolg: Tachtigjarige Oorlog: Fort Sint Andries
Marieke Muilwijk, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Oost - West
Tachtigjarige oorlog
1500-1600
Zaltbommel
Rivierengebied