Nederlands oudste steden liggen aan de Waal: Nijmegen, met zijn Romeinse verleden, en Tiel, al een stad in de vroege middeleeuwen. De steden Nijmegen, Tiel en Zaltbommel danken hun groei in de Middeleeuwen vooral aan de mogelijkheden om via de Waal handel te drijven.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als levensader, thema Wonen aan de Waal
Tiel was, zeer uitzonderlijk in Nederland, al een stad in de vroege middeleeuwen. Het nam een deel van de handel over van Dorestad aan de Rijn, dat in 850 ten onder ging. Er werd veel handel gedreven met Keulen en Engeland. Zaltbommel kreeg het eerste deel van zijn naam omstreeks 1295, waarschijnlijk vanwege het zout dat hier werd verhandeld en waarmee vis werd ingemaakt. De stad was toen een belangrijk handelscentrum. Ook in Nijmegen, al een handelsstad in de Romeinse tijd, bloeide de handel in de late middeleeuwen weer op. De stad ontwikkelde zich tot de voornaamste van de vier Gelderse hoofdsteden. In de loop van de vijftiende eeuw sloten deze handelssteden zich aan bij de samenwerkende Hanzesteden rond de Noordzee en de Oostzee.
Anders dan de dorpen, die achter de dijken liggen, hebben de steden een prominente ligging aan de rivier. Schepen moesten kunnen aanleggen, dus er moest een kade liggen, liefst aan diep water. De ligging aan de hoofdgeul, bij voorkeur bij de buitenbocht, waar de rivier op zijn diepst is, was dus gunstig voor de stad. De steden waren versterkt met muren, poorten en torens, want door hun ligging aan de Waal waren zij ook van strategisch belang. Ze konden immers goederenstromen, maar ook troepenbewegingen controleren.
Vervolg: Vissen in de Waal
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
500-1000
Zaltbommel
Rivierengebied