'De boot is aan'

Conflict op de Gelderse scheepswerven

Onder de titel ‘De Sociale Toestanden in het Zuiden’ blikte De Tijd begin januari 1927 terug op een groot conflict dat zich onder andere op de Gelderse scheepswerven afspeelde. Een felle strijd tussen werkgever en werknemers werd gevoerd en daarbij werden beleefdheden bij de deur achtergelaten.

Toen begin twintigste eeuw de Rooms-Katholieke Metaalbewerkersbond werd opgericht, openden door het gehele land afdelingen. Binnen dat kader had men ook Millingen aan de Rijn, Leeuwen, Lobith en Pannerden op het oog, die in de jaren ’10 en ’20 hun afdelingen oprichtten. Vanuit het hoofdkantoor in Utrecht werd intensief aangespoord tot aansluiting bij de bond, onder andere in de vorm van prenten. 'De kracht van den eenling (…) is gemakkelijk te breken', luidde de tekst,  'Verenigd echter zijt ge sterk. Zorgt daarom in voor- en tegenspoed lid van onzen bond te zijn en te blijven.'

Bedanken of ontslag

De meeste metaalbewerkers in de Gelderse plaatsen waren katholiek, werkzaam op de scheepswerven en voelden zich geroepen tot de nieuwe vakvereniging. Toen de hoofden van de scheepswerven hier lucht van kregen, was het resultaat een zeer scherp conflict. De bazen van de scheepswerven stelden de arbeiders voor een keuze: bedanken voor de bond óf ontslagen worden. Vooral in Beneden-Leeuwen barstte hierover de strijd los. Uiteindelijk kozen velen ervoor zich niet aan te sluiten.

Loonsverlaging

In Millingen aan de Rijn ontstond er onenigheid toen er een landelijke loonsverlaging werd aangekondigd. Op 11 november 1921 meldt Voorwaarts: 'Het personeel heeft een vergadering gehouden en een protest-motie aangenomen'.  Het bestuur van de vakvereniging riep alle werknemers die nog geen lid waren, alsnog lid te worden en verkondigde er alles aan te zullen doen om de loonsverlaging te blokkeren.

Staking

Het kwam tot een landelijke staking waarbij de protestantse en niet-confessionele bonden hun krachten bundelden. Deze startte op 31 oktober 1921. De bonden verwachtten de werkgevers te kunnen dwingen tot het niet-doorvoeren van de loonsverlaging. Begin 1922 voelden de gezamenlijke bonden na lang onderhandelen zich echter genoodzaakt om zich bij de loonsverlaging neer te leggen. Op de scheepswerven kwam er een mededeling aan de muur te hangen waarop stond dat de onderhandelingen waren afgebroken en de loonsverlaging binnenkort zou worden doorgevoerd: 'Tegen dien datum is bij deze aan werknemers, die deze regeling niet wenschen te aanvaarden, de dienstbetrekking opgezegd.' De invloed van de jonge arbeidersbonden was nog beperkt.

 

Dit verhaal is geschreven door Emma Goossens, Kees Huntink, Bas Oerlemans en Elmar van de Ree in het kader van het projectcollege 'Achter de vaandels' van de RU master ‘Geschiedenis en Actualiteit’ en het Katholiek Documentatiecentrum in samenwerking met Stichting Vakbondshistorisch Archief Nijmegen.

Bronnen

Verder lezen

  • Heijden, Marian van der, Kempers, Bram, Strijd in overleg: 100 jaar beeldvorming over arbeid, arbeider en vakbeweging (Amsterdam, 1995).
  • Jeurissen, A. CH., Geschiedenis van Millingen aan de Rijn (Nijmegen, 1957).
  • Maas, T. in: De Gelderlander, 'Weer leven voor Millingse scheepswerf' (13-01-2018).


  • Vakbondsverhalen

  • Geloof

  • Industrie

  • Streekgeschiedenis

  • Werk

  • 1900-1950

  • Berg en Dal

  • Rijk van Nijmegen

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl