"Op de avond voor de eerste kerstdag begon het eigenlijk al. Het was dan kerstavond. Dat vierden wij met pelpinda's, appels, peren en zelfgebakken krentenbrood. Daar zaten dan geen echte krenten in, maar stukjes appel. Want zuidvruchten waren nog niet te koop zo vlak na de oorlog. Opa, die boswachter was, zorgde voor de kerstboom. Daar kwamen dan echte kaarsje in op zo'n metalen knijper. Een emmer water binnen bereik mocht de boom in de fik gaan. Aan het eten werd naar rato veel aandacht besteed. Een bordje groentesoep vooraf en vaak een wild konijntje of een haasje. Of iets uit de weck van het in november geslachtte varken. Op de custardpudding deden we nepslagroom, geklopt eiwit."
Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling 'Gelderse verhalen op reis'. De tentoonstelling is ontwikkeld naar een idee van Charlotte Reijngoudt-Giesbers, voorheen streektaalfunctionaris bij Gelders Erfgoed en is mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van de Provincie Gelderland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de medewerking van vele dialectsprekers in Gelderland.
Streektaal
Geloof
Volkscultuur
1950-2000
Brummen
Volkscultuur
Veluwe