Ruilverkaveling was voor de familie Van den Oord een lang verwachte gelegenheid om het boerenbedrijf uit te bouwen. Veehouder Martien van den Oord had rond 1980 een melkveebedrijf met een kleine 30 koeien en vijf percelen land. Daarnaast was er een tuinderij met kas, waar aardbeien en later ook tomaten geteeld werden. Die stukken land lagen verspreid in de omgeving waardoor het bedrijf niet kon uitbreiden. Echtgenote Rina van den Oord vertelt er graag over.
“Als de koeien van de dijk naar een andere wei geschaard (= verplaatst) moesten worden, dan moesten we naar een wei aan de andere kant van het dorp. Dan pakten we de veewagen. Daar konden zes koeien op, maar als ze goeie zin hadden dan gingen er acht op. Een andere keer gingen we lopend. Wij met zijn tweetjes en de koeien. Gewoon over straat. Alle hekken dicht en dan naar de wei waar het hek openstond. We hebben een keer meegemaakt dat een andere boer ons met zijn kudde tegemoetkwam. En dan staan ze ineens allemaal in dezelfde wei. Dat was wel even uitzoeken, ja. Want oormerken had je nog niet in die tijd. Uiteindelijk kwam het weer goed en konden we allebei met onze eigen koeien verdergaan.”
Het bedrijf van Van den Oord was eigenlijk te klein om in aanmerking te komen voor ruilverkaveling, waarbij stukken land onderling geruild werden om tot één aaneengesloten perceel te komen. Maar dat hield de veehouder niet tegen. Rina: “Elke keer als hij hoorde dat de commissie vergaderde, hier op kasteel Ammersoyen, dan sprong hij op de fiets om te vragen of ze al iets voor hem hadden. Hij wilde zo graag meedoen, want met het bedrijf kon hij geen kant op. Hij was toen bijna 40 jaar oud en in de bloei van zijn leven. Uitbreiden, dat wilde hij."
“En toen kreeg hij per brief een uitnodiging om bij de Ruilverkavelingscommissie te komen. Hij schrok zich wild. Want in die commissie zaten de burgemeester met zijn secretaris, iemand van het kadaster en een aantal boeren. We dachten allebei dat hij op het matje moest komen. ‘Eigen schuld,’ zei ik nog, ‘dan had je maar niet zo lastig moeten zijn.’ Dat viel niet in goede aarde. Gelukkig pakte het anders uit: we kregen een kavel toegewezen aan de Delwijnse kade, zo’n drie kilometer verderop. De kavel was groot genoeg.”
“We waren er ook echt wel aan toe. Mijn man had in die tijd al meer koeien aangehouden waarvoor hij een stal huurde in Wordragen. Hij molk eerst de koeien thuis en dan moest hij daarna nog naar Wordragen om te melken. Hij liep echt op zijn tandvlees. Dankzij de ruilverkaveling konden we aan een nieuwe toekomst bouwen. De oude boerderij werd verkocht aan een schapenhouder en de kas konden we met subsidie verkopen. Het was in de tijd van Den Uyl, dat ging toen nog. En de buurman die kocht het ook weer met subsidie."
Toen Rina en haar man naar de plannen voor het nieuwe bedrijf gingen kijken, zagen ze tot hun schrik dat het woonhuis aan de ene kant van de drukke Maas-en-Waalweg was gepland en de grote stal aan de andere kant van de weg. Dat hebben ze gelukkig nog weten te veranderen.
Nadat de architect de plannen voor de stal met Van Oord had besproken en afgekaart, was het de beurt aan Rina. “Nadat hij eerst aan mijn man had gevraagd hoe hij de stal wilde hebben, vroeg hij aan mij hoe ik het huis wilde hebben. Dat was heel leuk. Het werd helemaal naar mijn zin. Inmiddels hadden we een aardig gezin met drie dochters die allemaal een eigen kamer kregen. En mijn man, die was de koning te rijk. In plaats van 30 koeien kon hij er nu 80 houden en hij kreeg zo’n moderne doorloopstal waarin eerst vier, later vijf en ten slotte zes koeien achter elkaar gemolken konden worden. Hij vond het geweldig."
Inmiddels zijn de kinderen allemaal het huis uit en woont Rina in een mooie woning in de nieuwbouw. Haar man is overleden en het bedrijf is overgenomen door een van de dochters en haar man. Rina: “Ja, want ons Jeanette heeft net zoveel koeienbloed in de aderen als mijn man, heb ik altijd gezegd. Voor Martien was het eigenlijk nog niet genoeg. Hij wilde naar de Noordoostpolder om daar te gaan boeren. Maar we hadden te weinig land om daarvoor in aanmerking te komen. Hij had het graag gewild, hij had grootse plannen."
Vincent Wibier, 2024, Regionaal Archief Rivierenland, CC-BY-SA
Sprekende Herinneringen
Streekgeschiedenis
1950-2000
Zaltbommel
Archieven
Rivierengebied