In deze kerk in Velp deed op 21 april 1812 Mabba uit Angola belijdenis. Bij zijn doop, vijf dagen later in dezelfde Nederduits-gereformeerde kerk, nam hij de naam Christiaan Lespau aan. Mabba was toen ongeveer 26 jaar en woonde op de Ommershof te Velp bij een man genaamd J.M. Simons (1). Daarna vertrok hij naar Arnhem, hij werkte er als bediende, werd ”oppasser” in Den Haag en was tussendoor in Rheden “herenknegt” en ”koopman”. Lespau huwde tweemaal – in zijn huwelijksakten werd Guinee als herkomst vermeld. Zijn stamboom is vertakt tot in de huidige tijd. Wat weten we over zijn achtergrond en zijn leven in Velp en Rheden? Of in Arnhem?
Via een contract uit 1791, bewaard in het Stadsarchief Amsterdam, komt een mogelijke tweede link met de naam Lespau in beeld. Het betreft het contract met ene George Pauels uit Wezel, die naar Berbice – hij was daar al eerder geweest – zal vertrekken als chirurgijn van de plantage Den Arend en La Tranquilité (1). Het lijkt er dus sterk op dat Lespau een anagram is van deze Pauels (en niet van Paulus genoemd in 'de Haagse lijst’) en dat we inderdaad voor de herkomst van Christiaan Lespau aan Berbice moeten denken. Dan vormen de familie Simons uit Amsterdam en George Pauels uit Wezel de link met Mabba. Overigens: via de namen Paulus of Pauwels vond ik via gedigitaliseerde archieven geen relatie met Berbice of de familie Simons.
Mogelijk heeft Pauels Mabba in 1802 of 1803 meegenomen vanuit Berbice naar Amsterdam. Pauels woont dan in Berbice en is in 1803 in ieder geval in Amsterdam in verband met een betaling(2). Echter, welke schepen in die periode van Berbice naar Amsterdam voeren? Daarvan bestaat geen overzicht; wellicht bieden de nog niet gedigitaliseerde archieven van The National Archives in Londen inzicht.
George Pauels komt zeker vaker voor in de archieven in relatie tot Berbice en hij heeft ‘goede’ zaken gedaan: in 1817 is hij eigenaar van drie plantages, deeleigenaar van een vierde en beschikt hij over 257 slaafgemaakten(3). Hij woont aan het einde van zijn leven als rentenier in ieder geval (ook) in Nijmegen, waar hij in 1821 een testament laat opmaken(4). Daarin wordt Mabba of Christiaan Lespau niet genoemd. Christiaan woont dan met zijn vrouw Anna Christina Elisabetha Pickert in Rheden waar hij als “hereknegt” werkt. In 1814 zou hij met attestaat naar Arnhem zijn gegaan, maar over zijn verblijf hier in die periode heb ik niets kunnen achterhalen.
Wel weet ik de volgende bij wie hij in dienst was, François Arnould Noël Simons, generaal van het ministerie van Financiën die in 1821 korte tijd het beheer van dat departement op zich nam. Hij was ook lid van de Raad van State in buitengewone dienst. Hierna kwam Christiaan Lespau terecht bij de Arnhemse jurist Jacobus Mattheüs de Kempenaer, die onder andere minister van Binnenlandse zaken was.
Er is ook een vermelding dat Christiaan Lespau in 1825 dienstbode was bij de hervormde predikant dominee Van de Kasteele op de Groenmarkt. Het was even puzzelen maar Reinier Pieter van de Kasteele was gehuwd met Sara Clasina de Kempenaer, tante van de minister. Deze Van de Kasteele gaf rond 1791 ook een attestaat uit van de kerk van Rosendael voor Quaco om te vertrekken naar de kerk van Someren en hij heeft meerdere zwarte bedienden gehad. Christiaan Lespau werkte nog bij een andere minister, mr. Cornelis Felix van Maanen. Daarna komt hij in 1826 voor in het Stadsarchief van Den Haag als hij in het huwelijk treedt met de tien jaar jongere Anna Christina Elisabetha Pickert (5).
In 1828 is Christiaan Lespau terug in Velp, dat wil zeggen, dat jaar wordt aldaar zijn zoontje geboren, waarbij hij vermeld wordt als “hereknegt” te Rheden. Bij wie hij in dienst is, weten we nog niet. Twee jaar later, als zijn dochter wordt geboren, eveneens in Velp/ Rheden, wordt hij aangeduid als ‘koopman’, 36 jaar oud. Het zoontje sterft vijf maanden oud, het dochtertje als ze twee jaar oud is. Zij kreeg de volle naam mee van Anna Maria Josina Wilhelmina Lespau. Het laatste spoor dat ik tot nu toe over Mabba of Christiaan Lespau vond is dat hij overlijdt op 9 november 1858 in Den Haag, 63 jaar oud, zonder beroep.
Dit is deel 2 van een tweedelig onderzoeksverslag over Mabba. Lees hier deel 1.
Bronnen en verder lezen:
Ineke Mok, CC-BY-NC