In het rivierengebied was de dreiging van het water altijd aanwezig. Om zich te beschermen legden de bewoners kaden en dijken aan.
De zorg voor de dijken was vanouds in handen van lokale of regionale organisaties, de polderdistricten. Dijken braken regelmatig door, vooral in de wintermaanden. Grote delen van de streek kwamen onder water te staan in o.a. 1799, 1805, 1806, 1809, 1811, 1820, 1855 en 1861.
Lees meer over de dijken in het bijbehorende venster van de Gelderse canon.
De audiofragmenten bij deze tekst is afkomstig van Radiobaken, Robbert van der Horst. In het eerste fragment vertelt Bastiaan Belder over hoe het landschap de mens vormt. In het tweede fragment vertelt Koos Tromp van de Heerlijkheid Trompenburg in Poederoijen over het 'dijkleger'.
Erfgoed Gelderland, 2014, CC-BY-NC