In de jaren veertig van de negentiende eeuw is jonkheer Jan van Nispen van Sevenaer commissaris voor het district Doesburg en Zevenaar. Een invloedrijk en rijk man. Op een veiling in Tiel koopt hij ruim driehonderdvijftig hectare bos en heidegrond, voormalige Domeinbossen, rond Groesbeek. Direct na de aankoop wordt zijn nieuwe bezit op grote schaal omgezaagd en leeggeroofd door armlastige Groesbekers. Later dat jaar volgt een massaproces in Arnhem tegen de houtdieven.
Afgaand op de lijst van hoogaangeslagenen voor de directe belasting behoort jonkheer Jan van Nispen (1803-1875), trots bezitter van Landgoed Huis Sevenaer, in de negentiende eeuw tot de vijf rijkste mannen van Gelderland. Geld wordt bij hem waar en wanneer mogelijk omgezet in grond: in maart 1842 koopt hij, samen met Huis Bergh in ’s-Heerenberg, niet minder dan 350 hectare bos in de buurt van Groesbeek. Dat zijn voormalige Domeinbossen die geprivatiseerd worden om de ambitieuze economische plannen van Koning Willem I te kunnen realiseren.
Als de Groesbekers er lucht van krijgen dat er nog geen nieuw toezicht is geregeld in de verkochte bossen, aarzelen zij niet. Ze hakken, kappen en zagen zij dat het een lust heeft. Twee volle dagen en een nacht lang. De voormalige opzichters van de Domeinbossen moedigen hen zelfs aan: '(..) toe maar jongens, netjes af op die hoogte, dan hebben de Heeren een zitbank als zij komen.' Een Nijmeegs Officier van Justitie, vergezeld van 94 man infanterie maakt een eind aan de grootscheepse houtdiefstal. Tegen de Groesbekers bij wie vers gekapt hout wordt aangetroffen, wordt proces verbaal opgemaakt.
Veel Groesbekers in die tijd waren arme sloebers. Het vervaardigen van bezems met gevonden sprokkelhout, takken, twijgen en hei, was voor hen een belangrijke bron van inkomsten. In oktober 1842 volgt een massaproces in Arnhem. Zelfs de landelijke pers komt er op af. De Stadmanege wordt afgehuurd om 134 armlastige Groesbeekse verdachten een nacht onder te brengen en aan gratis logies te helpen. Voor gratis voedsel wordt gezorgd.
In een 'gematigd requisitoir' worden straffen geëist van drie dagen correctionele gevangenisstraf tot een jaar tuchthuis. De rechter houdt rekening armlastigheid van de verdachten, met hun 'spontane bekentenissen' en berouwvolle houding. Een minderheid wordt vrijgesproken en 103 personen worden veroordeeld tot gevangenisstraf van minimaal drie dagen tot maximaal zes maanden.
De Groesbekers zijn blij met het milde vonnis; een aantal van hen bedankt de rechter voor de genadige behandeling. Ook Jan van Nispen is tevreden. Een half jaar later krijgt een deel van de verdachten gratie van de koning; slechts 36 Groesbekers moeten hun straf uitzitten. De Zevenaarse jonkheer investeert verder niet in zijn Groesbeekse bezit. De grond is schraal; om het te exploiteren en laten renderen is teveel mest nodig. Zijn nazaten doen de Groesbeekse bossen weer van de hand.
Verder lezen:
Jaap Tanja en Anne Lammers, CC-BY-NC