In een plantsoentje in de wijk Stadweiden te Harderwijk staat een zeer grote achthoekige betonnen sokkel. Ooit droeg de sokkel een grote schotelantenne, nu staat zij er werkeloos bij.
In de Tweede Wereldoorlog kreeg Nederland met de nachtelijke luchtverdediging van het Duitse Rijk te maken. Het land vormde een belangrijke buffer tussen Engeland en Duitsland. De Luftwaffe paste hier dan ook zijn nieuwste technieken toe. Het gebruik van radar sinds 1940, was er één van. In bezet West-Europa werd een netwerk van radarstations aangelegd.
Op het huidige terrein van de Stadweiden was vanaf 1942 de radarstelling Funkmessstellung Häse operationeel. De eerste letter van de codenaam stond voor Harderwijk. In de stelling stonden zoekradars en volgradars om een gedetecteerd vliegtuig te volgen. Dat gebeurde met vijandelijke maar ook met eigen vliegtuigen. De gegevens werden centraal verzameld zodat men een goed overzicht van de situatie in de lucht kreeg. Enkele honderden meters verderop lag een grote ronde betonnen plaat: de nu nog aanwezige sokkel van de afstandsradar.
Bron:
Dit verhaal hoort bij het project Militairen op de Veluwe.
René Vossebeld, CC-BY-NC