In het kader van de ontwikkeling van Nijmegen-Noord wordt regelmatig archeologisch onderzoek uitgevoerd. In 2016 is begonnen met de ontwikkeling van plangebied Hof van Holland, waar vooruitlopend op de inrichting voorbereidingen worden getroffen voor de aanleg van een watersingel.
Van 5 september tot en met 3 oktober 2016 heeft onderzoeks- en adviesbureau RAAP in opdracht van en in samenwerking met de gemeente Nijmegen een proefsleuvenonderzoek met doorstart naar een opgraving uitgevoerd in het tracé van deze watersingel. Voor dit onderzoek zijn 32 proefsleuven aangelegd.
Het plangebied kende een hoge archeologische verwachting, onder meer vanwege de aanwezigheid van een Romeinse weg. Behalve voor archeologisch onderzoek is het proefsleuvenonderzoek ook gebruikt om meer duidelijkheid te krijgen over de betekenis van de verschillende bestaande paleogeografische modellen van het gebied ten noorden van de Waal, met name met het oog op de verrassende eerdere ontdekkingen ten aanzien van de loop van de Waal in de Romeinse tijd.
Binnen het onderzoeksgebied is een aantal vindplaatsen te onderscheiden. In het noordelijke deel van het onderzoeksgebied ligt een vindplaats uit de Romeinse tijd die reeds in de jaren negentig is ontdekt. Hier zijn echter geen concentraties van nederzettingssporen aangetroffen. Wel zijn hier perifere sporen aangetroffen, zoals enkele greppels die op basis van het schaarse vondstmateriaal en hun ligging in de Romeinse tijd te dateren zijn. Waarschijnlijk is dit noordelijk deel van het plangebied de enige locatie van het geplande tracé, waar een oeverpakket uit de ijzertijd en Romeinse tijd intact bewaard is gebleven.
In het gebied ten noorden en direct ten zuiden van de nieuwe brug ‘De Oversteek’ zijn vele parallel lopende greppels aangetroffen. Deze zijn gevuld met grindzand (overslagmateriaal) en worden geïnterpreteerd als grondverbetering uit de nieuwe tijd. In deze greppels is Romeins vondstmateriaal aanwezig, waaronder fragmenten terra sigillata. Dit vondstmateriaal zal samen met het overslagmateriaal zijn afgezet. Dit betekent dat de Romeinse resten hier niet in de oorspronkelijke context aanwezig zijn. Daarnaast zijn de vondsten deels geërodeerd en is organisch materiaal niet aanwezig.
Direct ten zuiden van De Oversteek zijn een ovenkuil en twee greppels aangetroffen. Op basis van de stratigrafische ligging van de sporen wordt een datering verwacht in de vroege middeleeuwen. De sporen liggen op de flank van een zandkop en mogelijk bevindt zich daarop een grotere, gelijktijdige sporenconcentratie.
Een deel van de watergang was reeds aangelegd ten tijde van het archeologisch onderzoek. Tijdens deze aanleg is door een plaatselijke bewoner een vijftal scherven aangetroffen, daterend uit de eerste eeuw na Christus. De vondsten zijn afkomstig uit een diepere grindlaag die tevens is aangetroffen in enkele proefsleuven. Deze grindlaag vormt de bedding van een oudere loop van de Waal die in de midden-Romeinse tijd dit sediment heeft achtergelaten, zoals blijkt uit het onderzoek in het gebied ten oosten van de spoorbrug. De vondsten zijn verspoeld en afgerond. Tijdens het steekproefsgewijs verdiepen tot op het beddingzand in de proefsleuven zijn geen organische resten aangetroffen.
Ten noorden van De Oversteek tenslotte is intensief gezocht naar sporen van de Romeinse weg die in het gebied wordt verwacht. Sporen of vondsten die wijzen op de aanwezigheid van de weg (greppels, wegverharding, karrensporen, Romeinse munten, wagenbeslag) zijn niet aangetroffen.
Dit verhaal is afkomstig uit de Gelderse Archeologische Kroniek 2017.
Bronnen:
Sigrid van Roode, CC-BY-SA
Archeokroniek
Archeologie
Romeinen
-3000-500
Nijmegen
Rijk van Nijmegen
De Gelderse Archaeologische Stichting is sinds 1930 het archeologis…
De provinciaal-historische Vereniging Gelre beoogt sinds haar opric…