Als Ark door de zee wordt verzwolgen, groeit landinwaarts een aantal nederzettingen uit tot een echt centrum. In 1222 wordt in Nijkerk de St. Catharinakerk gebouwd (nu de Grote Kerk), het middelpunt van de stad.
Naast het houden van katholieke diensten wordt de kerk ook gebruikt om belangrijke berichten af te lezen en om vergaderingen en rechtszittingen te houden. Nijkerk heeft ook een klooster, een gasthuis en een bierbrouwerij. De markt vindt plaats op zondag, na de kerkdienst.
Lang wordt verteld dat de nieuwe kerk gebouwd is omdat de houten kapel aan het begin van de dertiende eeuw verwoest zou zijn door een grote veenbrand, maar Frank van Dooren geeft in Landschappen van Nijkerk-Arkemheen een andere verklaring. Hij stelt dat de moederkerk van Nijkerk in Putten staat. Op het moment dat er voldoende mensen wonen in het gebied dat nu Nijkerk heet, wordt er een eigen kerk gebouwd naar voorbeeld van de kerk in Putten: een ‘nije kerk’.
Van deze ‘nije kerk’ zou de naam Nijkerk afgeleid zijn, maar Nijkerk, in dialect uitgesproken als Niekark, kan ook een verbastering zijn van ‘Nieuw Ark’: als Ark wordt verzwolgen door de zee verhuizen de bewoners naar hoger gelegen grond: ‘Nieuw Ark’.
Leestips:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC