Sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw is er steeds meer verzet tegen rigoureuze dijkversterkingen waarbij pittoreske dijkhuisjes moeten wijken, net als de aanpalende natuur. De actievoerders hebben de pers mee en voeren veel rechtszaken. Daardoor lopen plannen van de polderdistricten vertraging op. De hoogwaters van 1993 en 1995 vormen een keerpunt.
Tijdens de hoogwaterperiode van 1995 lanceert premier Wim Kok het Deltaplan voor de rivieren. De dijken in het Land tussen Maas en Waal en elders in het rivierengebied worden daarna snel versterkt. Overigens, nadat eerst de actievoerders het zwaar te verduren hebben gehad van streekgenoten die hen de schuld geven van de bijna-ramp. Het komt zelfs tot fysiek geweld. Toch wint het gedachtegoed van de actievoerders. Al in de jaren tachtig ontwikkelen zij een nieuwe manier van denken die onder meer tot uitdrukking komt in het Plan Ooievaar.
Dat plan uit 1986 mikt op de terugkeer van natuur in en langs de rivieren en op het bieden van ruimte aan de rivier door verlaging van de uiterwaarden en het graven van nevengeulen. Die gedachte van het meer ruimte bieden aan de rivier en minder rigoureus de dijken versterken blijft in zwang, ook na de hoogwaters. Bij de dijkversterking van de tweede helft van de jaren 1990, houden de polderdistricten al veel meer rekening met dijkhuizen, natuur en landschap. En ná de dijkversterking krijgt het nieuwe denken over meer natuurlijke rivieren ruim baan.
De inrichting van de Millingerwaard als nieuwe uiterwaardennatuur, die teruggrijpt op het ‘oude rivierlandschap’, is een voorbeeldproject voor het hele rivierengebied en ook voor het Land tussen Maas en Waal. Langs de Maas en de Waal zijn er in de navolgende decennia diverse rivierverruimingsprojecten.Zo graaft Rijkswaterstaat aan de Maaskant oude meanders open die bij de Maaskanalisatie in de jaren '30 juist waren gedicht.
Ook worden zandwinningen als Over de Maas heringericht als 'nieuwe natuur'. Batenburg krijgt een geul voor de deur, een vogelrijk natuurgebied. Aan de Waalkant is dezelfde tendens te zien. Daar maakt Rijkswaterstaat zelfs de langste meestromende nevengeul in Nederland (4,5 kilometer) in de Afferdense en Deestse Waarden, een project dat in 2019 is afgerond. Inmiddels past Rijkswaterstaat in heel het land een combinatie toe van dijkverzwaring enerzijds en ruimte creëren voor de rivier anderzijds.
Dit verhaal is onderdeel van het Verhaal tussen Maas en Waal. Het volgende venster is hier te vinden.
Bronnen en verder lezen:
Peter Deurloo, Historicus en journalist, CC-BY-NC