Van 1895 tot 1942 woont het echtpaar Weber in Huis ter Eerbeek in Gelderland. Beide zullen internationaal bekend worden door hun expeditie in de Indische archipel.
Max Wilhelm Carl Weber (1852-1937) en Anna van Bosse (1852-1942) leren elkaar kennen aan de Universiteit van Amsterdam, waar Max Weber hoogleraar is in de vergelijkende ontleedkunde, zoötomie en paleontologie. In 1883 trouwen ze en ondernemen ze verschillende wetenschappelijke expedities naar Noorwegen, Zuid-Afrika en Nederlands-Indië. De belangrijkst is de diepzee-expeditie met het schip ‘Siboga’ in de Indische archipel.
De expeditie begint op 7 maart 1899. Ze inventariseren de zeeën van de archipel met grote netten die over de zeebodem worden getrokken. Ook de lokale vismarkten worden door Max bezocht en hij wordt daar door de lokale bevolking actief geholpen met het verzamelen van schelpen, zeesterren en levende krabben. Ook worden er een aantal walvisschedels meegenomen en krijgt Anne Weber een levende Kasuaris (loopvogel), genaamd Piet, cadeau. Wanneer elke matroos ook een kaketoe (tropische vogel) mee naar huis besluit te nemen, ontstaat er een eindeloos gekakel aan boord.
In ruil voor messen, kralen en spiegeltjes worden op het eiland Siau een doodskist en menselijke resten meegenomen. Anna Weber beschrijft in haar boek ook de vele ontmoetingen met hooggeplaatsten. Resident Brugman van Celebes vertelt bijvoorbeeld dat hij van de vorst van Goa een aap en een jongen aangeboden kreeg. Vervolgens klaagt hij over de hoge opleidingskosten voor de jongen. Dit voorbeeld van handel in personen wordt door Anna als een leuke anekdote omschreven.
Dat ontmoetingen onderweg niet zonder risico zijn blijkt wel als de stuurman van een ander schip zwaargewond raakt en naar Ambon moet worden gebracht. De stuurman is gewond geraakt bij een poging een aantal officieren te bevrijden. Zij gingen aan land en werden door de lokale bevolking vermoord.
In de periode 1901 tot 1986 verschijnen enorme naslagwerken. De resultaten van de expeditie overtreffen alle verwachtingen, een enorm deel van de verzamelde soorten is nog niet eerder beschreven. Ook de zeekaarten worden aanzienlijk verbeterd. De zogenaamde ‘Lijn van Weber’ wordt bekend als een zone waarin zowel Australische als Aziatische soorten voorkomen. Anna wordt bekend als algenwetenschapper en schenkt in 1933 haar collectie van circa 50.000 soorten algen aan Naturalis in Leiden. Vogel Piet blijft nog jarenlang op het landhuis te Eerbeek wonen.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman , CC-BY