In 1915 vraagt Helene Kröller-Müller beeldhouwer Joseph Mendes da Costa een monument te maken voor de Zuid-Afrikaanse Generaal De Wet, hij was een persoonlijke vriend van het echtpaar Kröller-Müller en een generaal gedurende de Boerenoorlog aan het einde van de negentiende eeuw in Zuid-Afrika.
De Boeren worden in Europa door velen beschouwd als helden. Anton ontmoette hem tijdens zijn Zuid-Afrikaanse reizen. Wanneer De Wet naar Nederland kwam om fondsen te werven, bood Anton hem onderdak. Ook Helene was na de ontmoeting diep onder de indruk van hun standvastigheid en strijd.
In 1921 werd het standbeeld geplaatst op het Otterlose Zand. Het kunstwerk is al van verre te zien en staat vlak bij het fietspad. Generaal De Wet kijkt, met de linkerhand op zijn hart en de rechterhand gebald over het stuifzandlandschap, richting Zuid-Afrika. Het niet voor niks want het landschap doet denken aan dat van Zuid Afrika. In de sokkel van het monument zijn acht maal twee gezichten afgebeeld, onder andere die van de boerenpresidenten Paul Kruger en Martinus Steyn.
Kunst en cultuur
1900-1950
Ede
Veluwe