In het Staatkundig Dagblad van dinsdag 7 december 1813 staat het bericht dat Mr. Gerard van Hasselt op zaterdag 4 december de Velpenaren heeft opgeroepen tot het bijwonen van een openluchtvergadering om 13.00 uur op de heide tussen Rozendaal en Daelhuyzen. Hier werd besloten om een delegatie naar Den Haag te sturen, om de Prins van Oranje namens de gemeente Velp geluk te wensen met zijn terugkomst in het vaderland.
Verder werd besloten om ter nagedachtenis van Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem V, die in ballingschap is overleden, tussen Rozendaal en Daalhuizen een onkostbaar, maar duurzaam Monument te stichten. In een brief van 30 juli 1816 aan Prinses Wilhelmina van Pruisen, de weduwe van Willem V, beklaagde Mr. Van Hasselt zich erover dat dit gedenkteken er nooit is gekomen. In het Gelders archief werd een brief van Prinses Wilhelmina van Pruisen ontdekt, gedateerd 6 april 1816, gericht aan Mr. G. van Hasselt betreffende een Gelders monument dat hij wilde oprichten.
Navraag bij het Koninklijk Huisarchief leerde dat er brieven van de heer Van Hasselt in het archief aanwezig zijn. Er blijkt zelfs een heel dossier “Waterloo-monument Velp” te bestaan. In de enige brief die teruggevonden is van de Prinses zelf van 6 april 1816 schrijft Prinses Wilhelmina, dat ze geen kennis van zaken heeft en dat Van Hasselt, zoals de Koning ook reeds geschreven heeft, contact moet opnemen met Gouverneur Van Lynden.
Van Lynden probeerde het Gelderse monument tegen te houden bij het Gouvernement in Arnhem. Hij stelde dat men de vistrappen moest verplaatsen naar elders en een deel van de tuin diende op te offeren. Omdat Van Hasselt geen vooruitgang boekte, schreef hij in zijn laatste brief: ‘ik voel mij genoodzaakt zelf de handen uit de mouwen te steken. Ik zal op mijn Landgoed Daalhuizen een krijgsaltaar oprichten van duurzame Gelderse materialen, te weten: baksteen en ijzer’. Van ijzer zijn bijvoorbeeld de kogels van verschillend kaliber waarmee de vijand voornamelijk in 1813 op de vlucht gejaagd of ter dood gebracht is.
Nadat hij toestemming van de koning heeft gekregen heeft het niet lang geduurd voor het monumentje op “Mijn Daalhuizen” er stond en daar staat het nog steeds. De tekst luidt:
''Aan den jongen held Willem F.G.L. PR. V. Oranje en alle zijne brave wapen broederen van 1815 toegew.''
Nelleke den Boer-Pinxter, CC-BY-NC
Streekgeschiedenis
1800-1900
Rheden
Arnhem e.o.
Het Verhaal van Gelderland