Robin Hood van de Veluwe

Wild stropen was soms een noodzakelijk kwaad

Stropen is van alle tijden. Tegenwoordig is het makkelijker, met de auto, verlichting en geweren. Oorspronkelijk werd gestroopt om in het levensonderhoud te voorzien. Iedere kleine boer of arbeider was grotendeels zelfvoorzienend door zelf een varken en kippen te houden voor vlees en eieren terwijl een groentetuin zorgde voor voldoende groentesoorten. De konijnen en de duiven kwamen op het groen in de tuin af waar de eigenaar ze trachtte te schieten om zodoende een stukje vlees voor de familie te hebben. Ook werd in het gaas van de rondom afgezette tuin een gat gemaakt en werd voor dit gat een strik van soepel draad gelegd waar het konijn dan met zijn kop inliep en zich zelf in de strik snoerde. Een strik werd ook wel gezet op een wildspoor in het bos. Gestroopt werd meest op klein wild zoals konijnen, duiven en fazanten.

Een voorbeeld van een echte stroper is de legendarische Reinder van de Brink. Hij bivakeerde tussen 1893 en 1904 in een zelfgebouwde hut op de “Schuts heide” langs de Schaapsallee, de weg van Laag-Soeren naar de Imbos. In het dorp had hij een goede naam, hij hielp sommige mensen en bij arme gezinnen gooide hij wel eens een gestroopt konijntje om de deur. Eigenlijk was hij een soort Robin Hood van de Veluwe.

Moord op Reinder

In 1882 schoot hij na een eerdere ruzie om een bekeuring een veldwachter neer in de kroeg. De man raakte zwaar gewond, maar overleefde het (en wordt 88). Hij moest daarvoor 10 jaar de gevangenis in maar kwam terug en ging verder met stropen. Dit tot grote ergernis van de grondeigenaren en mensen met jachtrechten. 

Hij kreeg de indruk dat hij achtervolgd werd en vertelde aan de vele vrienden die hij toch had: ”Ze loert op mien”. Dat klopte ook, want enkele dagen later, op donderdag 1 december 1904, werd hij `s morgens vroeg gevonden door wasserijmeisjes die vanuit Dieren naar het werk in Laag-Soeren liepen. Dood door een schot hagel en daarna de keel doorgesneden. De jonge Reinder was nog maar 46 jaar.

Daders nooit gevonden

Er werd uitgebreid onderzoek verricht en veel mensen werden verhoord. De moordenaar had de schijn van zelfmoord proberen op te wekken door het mes tegen de keel van het slachtoffer te leggen. Het lag echter met de botte kant in de richting van de keel. Men heeft nooit de werkelijke dader, moordenaar of aanspoorders tot de moord gevonden, men dacht zelfs aan de veldwachter zelf. In Laag-Soeren fluisteren ze wel eens een naam, maar niemand wil er echt over praten.

Door: Aris Blankenspoor 


  • Een wagen vol verhalen

  • Streekgeschiedenis

  • 1800-1900

  • Rheden

  • Arnhem e.o.

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl