
Petzold zorgde in Dieren voor doorkijkjes vanuit zijn huis naar Doesburg en Ellecom en het Veluwemassief. Hij bracht zichtlijnen aan die tot ver over de uiterwaarden reikten. Op een subtiele manier zorgde hij ook voor diepte in de tuin door een weloverwogen plaatsing van de bomen. Zo ontstond een natuurlijk perspectief dat het park groter deed lijken; op deze wijze doorbrak hij de beslotenheid van het Zocherpark.
De spoorlijn, die inmiddels aangelegd was in 1865, moest uit het zicht geplaatst worden. Petzold heeft daartoe niet alleen in het park rond het huis, maar ook in het Overpark en in de uiterwaarden, zogenaamde clumps (dicht bij elkaar geplaatste groepjes bomen) en ronde bosschages geplaatst. Deze bijzondere bomen, in verschillende tinten, zorgen voor een schilderachtig effect en veel variatie. Het herstel van het park geschiedt in de sfeer van Zocher en Petzold, maar eigentijdse tuinarchitecten drukken ook weer hun stempel op deze omgeving.
Marianne Poorthuis, ErfgoedLeeft