Tussen Brummen en Voorst staat nu in classicistische stijl het witgepleisterde huis Voorstonden. De kelders dateren uit de periode van de veertiende tot de zestiende eeuw, wanneer er ook grachten worden aangelegd. De huidige vorm is ontstaan bij een verbouwing rond 1871.
Omstreeks 1222 behoort een hof in de buurschap Voorstonden in het kerspel Voorst tot de uitgestrekte bezittingen van de Sint-Salvatorabdij in Prüm. De macht van deze abdij in de Eifel reikt tot in Bretagne, de Taunus en de Nederlanden. Een ambtman van de abdij van Prün, Gijsbert van Wisch, bezit in 1543 een goed in Voorstonden onder de naam Rhunnynck.
Een lid van de familie Van Wisch, Anna, huwt met Alexander Schimmelpenninck van der Oye. Dit echtpaar maakt het huis tot een Gelders leen en dan wordt het huis voor het eerst Voorstonden genoemd. De laatmiddeleeuwse kelders wijzen op een veel langer bestaan. De familie Schimmelpenninck van der Oye blijft door vererving eigenaar tot 1782. Baron Van Spaen krijgt dan huis Voorstonden als leen. De baron is in buitenlandse dienst en woont daarom in Wenen en hij komt weinig op Voorstonden.
In de zestiende eeuw heeft Voorstonden een plattegrond in L-vorm. Dat blijft de hoofdvorm tot 1820, wanneer baron van Spaen Voorstonden ingrijpend verbouwt tot een voor die tijd modern landhuis. Baron de Vos van Steenwijk koopt Voorstonden in 1857 en verhuurt het huis aan baron van Brakell. Hij gaat er in 1872 zelf wonen na een verbouwing. In de loop der tijd wordt ook het interieur vernieuwd. Alleen de werkkamer en het souterrain ademt nog een zestiende-eeuwse sfeer uit. In het begin van negentiende eeuw ontwerpt de landschapsarchitect J.D. Zocher een tuin in landschapsstijl. De huidige geometrische tuin is in 1920 door L.A. Springer ontworpen.
Baron de Vos van Steenwijk vererft Voorstonden in 1905 aan zijn dochter. Deze erfenis valt na haar dood in 1952 en een leegstand van veertien jaar toe aan een neef. Ook deze baron de Vos van Steenwijk verhuurt het huis, onder meer aan de Vereniging Het Hoogeland, een zorginstelling. Zijn twee dochters geven het huis binnen de zestiende-eeuwse grachten voor veertig jaar in erfpacht aan mevrouw Hoogenberk-Rink en haar kinderen. Zij kopen op den duur het huis en de zoon dr. Ir. E.J. Hoogenberck vestigt er zijn architectenbureau. Het parkbos is in bezit van Natuurmonumenten.
Bronnen en verder lezen:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY-NC