Een interneringskamp met taalproblemen

Britse Duitsers in Hattem

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kende Gelderland verschillende interneringskampen. Met de huisvesting van een grote groep Britse-Duitse burgers kreeg kamp Hattem zijn eigen dynamiek. Dankzij het persoonlijke dagboek van de Nederlandse gebiedscommandant van Hattem, kolonel F.A. Hoefer, weten wij veel over dit kamp.

‘Britse’ Duitsers

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog woonden er 30.000 Duitse mensen in Groot-Brittannië, velen al hun leven. Ze werden direct geïnterneerd of hun vrijheid werd beperkt. Een deel van hen vluchtte naar het neutrale Nederland.

Opvangkamp Hattem

Het opvangkamp in Hattem, langs de straatweg van Hattem naar Heerde, had plaats voor 1000 Duitse militairen, burgers en Brits-Duitse vluchtelingen. Er was een postkantoor, werkplaats, theaterhal, bibliotheek en een kleine bakstenen gevangenis. In de loop van de tijd werd het kamp verfraaid omdat bewoners tuintjes aanlegden.

Orde, Orde!

Ordehandhaving lag vooral in handen van Duitse officieren. Veel Brits-Duitse burgers kenden Duitsland niet en spraken geen Duits. Dat gaf veel onbegrip en conflicten. Voor de officieren was het nieuw dat deze mensen niet vanzelfsprekend bevelen opvolgden. Gelukkig was er een kamppastoor, die geliefd was vanwege zijn verzoenende optreden.

Prettig verblijf

Veel bewoners waren tevreden over hun verblijf, mede door de ontspanningsmogelijkheden en de mooie omgeving. De ‘Britse’ Duitsers lieten hun vrouwen vaak voor een vakantie van twee weken overkomen. Het gebeurde echter regelmatig dat vrouwen en kinderen zich zonder papieren in het kamp meldden, waardoor zij niet meer konden worden weggestuurd. Daarom werden er scholen opgezet.

Toneel

Voor de ontspanning was er ook een toneelgroep van Duitse militairen. Zij trokken met hun toneelstuk ‘Meine Frau, die Hofschauspielerin’, langs de Nederlandse podia. Uit de recensies blijkt dat het toneelstuk niet positief werd ontvangen, omdat vrouwenrollen door mannen werden gespeeld.

Eigen boontjes doppen

De Duitse autoriteiten stimuleerden vestiging buiten het kamp. Als financiële prikkel kreeg iedereen hiervoor twee gulden per dag. Veel Nederlanders in de omgeving verhuurden hun bezit aan de Duitsers. Dit leidde tot een leegloop in het kamp. In juni 1918 woonden er 650 mensen in het kamp en 550 erbuiten.

Pijnlijk incident

Toen op 26 april april 1918 het bericht rondging dat Nederland en Duitsland in oorlog waren, zorgde dit voor paniek bij de Duitse kampcommandant Bever en zijn officieren. Zij en een aantal burgers vluchtten. De Nederlandse marechaussee stuurde hen terug naar Hattem, de commandant en officieren werden overgeplaatst.

Bronnen en verder lezen:


Rechten

Olga Spekman, CC-BY

  • Oorlog

  • 1900-1950

  • Hattem

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl