In oktober 1917 begon men met de bouw van het interneringskamp Wolfheze. In maart 1918 was het gereed. Het kamp is maar tien maanden operationeel geweest, maar kende in die korte tijd een grote bedrijvigheid. Als herinnering aan het kamp en haar bewoners bestaat er nu nog het straatnaambordje Duitsekampweg.
Bij de bouw van het kamp werd er rekening gehouden met de huisvesting van 3000 mensen. Het enorme kampcomplex bedroeg dertien hectare en meer dan zestig barakken. Uiteindeljk zouden er op het hoogtepunt maar zevenhonderd mensen worden gehuisvest. Door de onderbezetting kreeg elke bewoner ruimte voor twee. Verder was er een grote waszaal met vierentwintig warme douches en vier badkuipen en een compleet ingerichte kapsalon. Daarnaast waren er nog zeven lazaret-barakken als kamphospitaal. Ook voor de ontspanning werd gezorgd met een grote kantine, welke ook kon dienen als schouwburgzaal en bioscoop. Op zondagavonden werden er dansavonden georganiseerd waar bezoekers uit Oosterbeek en Arnhem naartoe kwamen. Er was een groot sportterrein en een bibliotheek met 2500 boeken. Tevens een kampkerk waar zowel protestante als katholieke diensten werden gehouden.
Kenmerkend voor dit kamp was de grote bedrijvigheid. Al snel werkten er op de landbouwgronden zo’n vierhonderd Duitse geïnterneerden. Zij werden ingezet om zoveel als mogelijk in de eigen behoefte te voorzien door het telen van aardappelen, koolraap en wortelen. Na verloop van tijd waren er minder mensen nodig in de landbouw. De grootste werkplaats in het kamp werd de meubelmakerij. In een grote hal met zaagmachines en nog een negental andere werkbarakken vonden 150 mensen werk.
Andere geïnterneerden hadden zich gestort op een sokkenbrei-inrichting. Als gevolg van de schaarste aan wol en katoen werden oude sokken, vesten en sjaals gewassen en uitgehaald waarna er nieuwe sokken werden gebreid op de uit Duitsland geleverde machines. Onder leiding van de bekende Duitse beeldhouwer G.A.Bredow kwamen er ook werkplaatsen voor kunstnijverheid.
Na tien maanden kwam er een eind aan dit verblijf door de nogal onverwachte wapenstilstand op elf november 1918. Op de allerlaatste dag van de oorlog zouden er nog een paar bijzondere Duitse gasten bijkomen: enkele lagere militairen van de gevluchte Duitse keizer. Zij werden op de valreep nog even in Wolfheze opgevangen
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY