In het kader van de discussie over de gewestvorming in de jaren zeventig is met Vuren en Herwijnen regelmatig geschoven. In het ene plan zouden beide gemeenten deel moeten uitmaken van het bestuursrayon Lek-Merwede, in een volgend plan bleken zij ondergebracht bij het gewest Dordrecht-Gouda en in weer andere plannen zouden zij komen te vallen onder het gewest Midden-Holland dan wel het gewest Rijnmond.
Al deze plannen bleven in de discussie steken. Serieuzer werd het, toen in de herfst van 1977 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zich uitspraken voor samenvoeging van Asperen en Heukelum met Vuren en Herwijnen tot één Zuid-Hollandse gemeente.
Vuren en Herwijnen reageerden ontstemd, maar serieuze partners werden zij niet in het proces. De regie lag stevig in handen van de provinciale besturen. Gedeputeerde Staten in Arnhem konden zich in beginsel vinden in de vorming van wat in de wandelgangen al spoedig de kwartetgemeente ging heten, maar voor hen was het geen uitgemaakte zaak dat de nieuwe gemeente Zuid-Hollands moest worden. Bestuurlijk zou het vooral daarover gaan.
De papieren voor toedeling aan Zuid-Holland leken aanvankelijk het sterkst: in de praktijk waren Vuren en Herwijnen georiënteerd op Gorinchem en het beheer van het waterschap de Diefdijklinie zou niet langer interprovinciaal zijn. De Zuid-Hollandse Statencommissie schaarde zich achter het voorstel en het ministerie van Binnenlandse Zaken tekende geen bezwaar aan tegen het loslaten van het getalscriterium.
Hoofdrolspelers in het zich nu ontwikkelende 'spel' werden de verantwoordelijke gedeputeerden: J.Boone van Zuid-Holland en J.Hendrikx van Gelderland. Beiden wilden de kwartetgemeente naar de eigen provincie halen. In een gezamenlijk bestuurlijk overleg in de zomer van 1978 benadrukte Boone dat de toedelingskwestie ondergeschikt behoorde te zijn aan de wens van de betrokken gemeentebesturen.
De lokale bevolking protesteerde. Dat bleek onder meer op een hoorzitting, die de beide provinciale Statencommissies in februari 1980 in het gemeentehuis van Herwijnen hielden. De burgers en plaatselijke bestuurders die inspraken voerden het ene bezwaar na het andere aan tegen de voorgenomen herindeling.
Het was een achterhoedegevecht. Het ging er in feite om dat Vuren en Herwijnen hoe dan ook bij Gelderland zouden moeten blijven. De beide gemeenteraden spraken zich ook in die zin uit. Intussen had Gorinchem inderdaad een claim gelegd op Dalem, nog wel met steun van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Ondersteund door pleidooien van onder meer het Intergemeentelijk Overleg Rivierenland, met daarin veel argumenten die de ambtenaren in Arnhem op verzoek van Hendrikx hadden opgesteld, toog Hendrikx' opvolger J.Fokkens enkele maanden later naar Den Haag om Kamerleden rechtstreeks te bewerken. Dat had succes, want de fracties van PvdA en de VVD neigden samen met de fractie van het GPV ernaar de kwartetgemeente Gelders te maken.
Aanvankelijk zou de nieuwe gemeente Vuren gaan heten. Gelderser kon haast niet. Lokale historici pleitten ook wel voor de naam Leijenburg, naar het voormalige kasteel in Heukelum, waarvan de resten precies onder het tracé van de A15, mooi in het geografische midden, liggen. Uiteindelijk koos de nieuwe gemeenteraad voor de naam Lingewaal. Het gemeentehuis kwam in Asperen te staan.
Naschrift redactie: In 2019 werd de gemeente Lingewaal onderdeel van de nieuwe fusiegemeente West Betuwe.
Deze tekst is een verkorte versie van een lemma uit het werk 'Gelderland 1900-2000' (eindredactie: Dolly Verhoeven).
Ron Stevens