Een delegatie van het Openluchtmuseum Arnhem reist in de vorige eeuw op uitnodiging van de burgemeester van Lichtenvoorde naar Zieuwent en Lievelde, waar twee oude rosoliemolens te koop zijn. Men besluit die uit Zieuwent te kopen. Dat gebeurt in 1931. Landbouwer Albert Geessink van boerderij ’t Grotenhuis in Lievelde is een beetje ‘nötteleg’ (humeurig) want zijn molen met originele delen eikenhout is absoluut mooier en beter dan die andere, al moet hij toegeven dat het gebouw uit Zieuwent fraaier is dan zijn schuur.
De jaren gaan voorbij en Geessink heeft zijn schuur omstreeks 1950 nodig voor zijn ‘wetterkalvere’ (jonge kalveren). Zijn rosoliemolen is nu de laatste in de hele Achterhoek en bestaat uit louter originele delen. Gerard Weenink van de nabij gelegen museumboerderij ‘Erve Kots’ gaat regelmatig naar Albert Geessink toe om een praatje te maken over koetjes, kalfjes en de rosoliemolen. Deze is zó mooi, die hoort werkelijk thuis op het terrein van Erve Kots. Vader Bernard Weenink adviseert hem om nog maar even na te denken over deze grote aankoop. Gerard weet het zeker, hij gaat onderhandelen. Geessink zegt dan: ‘Goed Weenink, duuzend gulden! En krieg ik dee neet, dan slao ik net zo leef ’t hele geval met de biele in mekare’. Er wordt nog wat gepraat en onderhandeld. Met de afspraak dat de verkoper alles uit elkaar zal halen en met zijn trekker naar het museum brengt, is de koop geregeld.
Gerard Weenink zet de onderdelen met veel geduld in elkaar. Elk onderdeel heeft zijn taak in het krachtig en omvangrijk samenspel. De dag dat de rosoliemolen moet draaien wordt een spannende dag. Tot grote spijt van Weenink wil de molen niet draaien ondanks de trekkracht van het paard. Molenbouwer Ten Have uit Aalten wordt erbij gehaald, een echte vakman, die waar voor zijn geld levert want vanaf dat moment functioneert alles. De schuur van de rosoliemolen is ook een plaatje om te zien. Zo is tot op heden de unieke originele rosoliemolen prachtig bewaard en te bewonderen in het Openluchtmuseum Erve Kots in Lievelde.
Bewerking van het interview met Gerard Weenink door Ina Brethouwer, onderdeel van project ‘Leven op het Platteland’ 2014-2016 van de Oral History Werkgroep Gelderland.