Johanna Magdalena Catharina Judith van Dorth stond al op jonge leeftijd bekend om haar rebelse karakter en uitgesproken mening. Ze maakte daarnaast geen geheim van haar oranjegezindheid. Dit moest zij uiteindelijk met de dood bekopen.
Judith kwam in 1747 in Warnsveld ter wereld, later kreeg zij er een broer bij. Vanaf haar dertiende zat ze op de kostschool en op negentienjarige leeftijd kreeg ze een verhouding met een Zutphense advocaat. Toen dit uitkwam en het stel er vervolgens stiekem vandoor wilde gaan, was de maat vol voor de ouders van Judith. Ze werd opgesloten in het Vrouwenbeterhuis te Delft.
Na de dood van haar moeder woonde Judith rond 1776 weer op ’tVelde in Harreveld. Vanwege een erfenis kon ze in 1789 samen met haar broer Gerrit de heerlijkheid Harreveld bij Lichtenvoorde kopen. Ze maakten veel vijanden vanwege hun roekeloze levenswijze.
De Bataafse Revolutie van 1795 zorgde ervoor dat de positie van de Oranjes afbrokkelde. Judith’s vader en broer verloren op slag alles wat ze bezaten. Veel schuldeisers zagen hun kans schoon en belegerden in 1797 bijna letterlijk ’t Velde. Judith verzette zich hevig. ‘Goddomy, gij komt er niet op’, schreeuwde ze tegen de menigte. Ze zat vervolgens enige tijd in de gevangenis.
De Oranjes kregen hulp en in 1799 landde er een Engels-Russisch invasieleger.Een groot deel van Noord-Holland werd veroverd. Erfprins Willem van Oranje, zoon van de laatste stadhouder, beloofde het oude regime te herstellen. Dit gaf de AchterhoekseOranjegezindennieuwe moed, zo ook de freule en haar broer. Zij reden vroeg in de ochtend op een versierd rijtuig Lichtenvoorde binnen.
Toen er bij een herbergruzie een bekende plaatselijke patriot, Frederik Resink, was doodgestoken, liet de freule weten tevreden te zijn. ‘O, dat is er nog maar een, daar moeten er meer aan, het was maar een patriot!’, verkondigde ze.Kort daarop leden de Oranjes een grote nederlaag.
Deze keer werden haar uitspraken de freule fataal. Ze werd gearresteerd en in Winterswijk berecht. Vanwege oproerstokerij en een vermoedelijke betrokkenheid bij de moord op Resink werd ze ter dood veroordeeld. Uit getuigenissen blijkt dat ze haar einde dapper tegemoet trad. Op vrijdag 22 november 1799 werd Judith van Dorth op een drassig veld door een zeskoppig vuurpeloton gefusilleerd.
Dit verhaal is geschreven door Kees Huntink, op basis van een levensreconstructie van Judith van Dorth door Gert-Jan van Setten.
Kees Huntink, CC-BY