In de gemeente Winterswijk hebben vier havezaten gelegen, waarvan twee de allure van een kasteel hadden. De andere twee waren kleinere versterkte huizen, zoals de Buurse. De Buurse ligt ten noordwesten van Winterswijk in de buurtschap Meddo. De havezatenrechten werden vóór 1739 verkocht.
Al vanaf de elfde eeuw wordt melding gemaakt van het geslacht Van Burse. Phillipus van Burse wordt in 1312 afgeschilderd als een ‘miles’, dat ridder of krijgsman betekent. Van het huis Buurse wordt dan nog geen melding gemaakt. Bijna honderd jaar later wordt Hendrik van Burse in 1402 beleend met de tienden van Meddo, het recht op het innen van een tiende deel van de opbrengst. Deze rechten zijn langer in het bezit van de familie gebleven dan het gelijknamige huis.
Door een huwelijk rond 1480 komt de Buurse in bezit van de familie Van Eerde. Bijna honderdvijftig jaar later, in 1623, trouwt de erfdochter Anna van Eerde met Peter Vincent Ripperda. Zij wonen op kasteel Vorden en verpachten alle opbrengsten van de havezate Buurse aan Gerrit Meys. Anna Maria Ripperda huwt met Assueer Torck die echter in 1698 overlijdt. De weduwe verkoopt het recht van havezate aan Jacob Derk van Heeckeren van Enghuizen. Na het overlijden van de weduwe Torck wordt de Buurse in 1739 geveild en komt in bezit van Jan Leesink uit Ratum.
In datzelfde jaar, 1739, beloont de familie Ripperda een wachter die bij de slotgracht woont wegens trouwe dienst met de poorterswoning, eerst in erfpacht, later in eigendom. De boerderij De Poorter die in de nabijheid van de Buurse ligt, herinnert hieraan.
Er zijn van de oorspronkelijke havezate geen aanzichten bekend, wel is uit de kadasterkaart van 1832 op te maken dat er een hoofd- en voorburcht is geweest met grachten er omheen. Een deel daarvan omgeeft nog de huidige boerderij de Buurse en ook zijn er ondergronds nog fundamenten aanwezig. De Beurzerbeek, die langs het terrein van de vroegere havezate de Buurse stroomt, komt zo aan zijn naam.
Bron:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY