Toon Klaver werd in 1933 geboren in Hengeveld. Hij was goed in tekenen en bezocht de ambachtsschool in Enschede. Die carrière bracht hem ver buiten de Achterhoek. Hij vertelt hier over zijn veelbewogen leven.
“Ik ging naar de ambachtsschool. Daar kon ik heel goed met Middelhoek overweg, die was daar tekenleraar. Ik had heel veel waardering voor hem. Daarna ben ik een tijdje huisschilder geweest bij mijn vader, maar dat werd natuurlijk niets. Toen ben ik eerst naar de kunstacademie, de AKI, gegaan, dat was nog aan de Hengelosestraat in Enschede.
Ik fietste een keer naar Enschede en onderweg werd ik afgeleid door een tafereeltje wat ik ging tekenen. Dus ik kwam te laat op school, in de sneeuw. En toen mocht ik er niet in. “Toen ik vroeger van Rotterdam naar Dordrecht ging moest ik ook op tijd zijn,” kreeg ik te horen. Toen heb ik naar boven geroepen of ze wat schilderspullen wilden laten zakken en dat deden ze. Dat zag de directeur natuurlijk vanuit zijn kantoortje. Toen ben ik naar de overkant van de straat gegaan en daar heb ik een schilderijtje gemaakt van de villa van Van Heek. Ik was eigenlijk helemaal koud, maar iedereen vond het wel dapper.
In Hengeveld was na de oorlog een heel bloeiende toneelvereniging en er kwam daar een decorschilder uit Lochem. Dat was Henny van Oortmarssen. Ik wist dat die kwam, dus ik wilde daar zijn. En ik kwam met hem aan het praten, en hij zegt: "Vind je dat leuk dan? Je mag wel helpen!" Dat was eigenlijk voor het eerst dat ik dacht: "Verdomme, wat is dat toch mooi hè." En zo kwam ik voor het eerst in zo'n atelier. Daar hebben we samen heel veel decors geschilderd en we maakten ook bioscoopreclames.
Op mijn werk hoorde ik dat er een kunstenaar uit Frankrijk zou komen. Hij zou een portret gaan schilderen en ik moest voor een groot doek zorgen. Markiel heette hij, van oorsprong Pools. We raakten bevriend en elk jaar kwam ik daar, in Parijs. Ik ging altijd een maand schilderen in Frankrijk en dan was ik de laatste week in Parijs. Lag ik op de camping, Bois de Boulogne, en dan fietste ik naar Place de l’Étoile. Ik zie het nog zo voor me. Ja, dat was heel mooi.
Ik heb ook veel klussen als restaurateur gedaan. Dat bracht mij vaak naar het westen van het land, bijvoorbeeld naar Slot Zeist. Ook heb ik op Kasteel Drakensteyn gewerkt. Ik moest een stuk maken en prinses Beatrix heeft dat bekeken en ze zei: “Dat vind ik prima.” In de Nieuwe Kerk heb ik vervolgens orgelluiken gerestaureerd. Ik kreeg de sleutel van de kerk, dus ik kon erin gaan wanneer ik wilde. Ik ging er naartoe wanneer er geen arbeiders waren, dat had ik het liefst.
Ik ben in Hengeveld geboren en kwam uiteindelijk in Lochem te wonen. Het was net een dag na mijn achtentwintigste verjaardag dat ik getrouwd ben met Jo. We kenden elkaar al langer. Nog steeds ben ik met haar getrouwd.”
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Toon Klaver is geschreven door Kees Huntink, op basis van een oral history-interview afgenomen door Maran Olthoff in juli 2013.
Kees Huntink, CC-BY