Voor de opkomst van de (stoom)trein en het wegtransport waren rivieren de belangrijkste transportaders van Europa. Ook tegenwoordig zijn de Rijn en de Waal cruciale (water)wegen, die het Ruhrgebied en het Duitse achterland verbindt met de Rotterdamse haven – en de wereld. Die toonaangevende rol heeft de Rijn altijd gespeeld. Al vanaf de prehistorie ging het transport van goederen, mensen, troepen, gewassen, uitvindingen en ideeën over het water. In de bodem vinden we vaak nog wapens, gebruiksvoorwerpen, sieraden en schepen die aan die prehistorische handelsstromen herinneren.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special verbeelding van de Waal, De Waal als levensader, thema Werken langs de Waal
Al in de prehistorie was er een levendige Europese handel. Dat blijkt uit archeologische vondsten. Zo is er in Nederland barnsteen uit het Oostzeegebied en glas uit het Midden-Oosten gevonden. De Rijn was ook toen al een belangrijke transportader. Dat weten we onder meer omdat er in de Betuwe en in het Land van Maas en Waal – en ook op talrijke andere plekken – resten van (hand)maalstenen zijn gevonden, die vanaf de IJzertijd (vanaf zo’n 1000 voor Christus) veel werden gebruikt. De maalstenen waren gemaakt van vulkanische basaltlava, tefriet. Ze kwamen uit de groeves bij Mayen, in de Eifel. Maalstenen van basaltlava bleven lang scherp en gaven minder gruis dan maalstenen van graniet of zandsteen. Daardoor waren ze bijzonder gewild. Via de Rijn en andere waterwegen werd basaltlava in grote delen van Europa verhandeld.
In de IJzertijd werden vooral zadelvormige graanmolens van basaltlava gebruikt, de zogenaamde Napoleonshoed. Door er met een langwerpige rolsteen overheen te rollen, werd het graan geplet. In de Romeinse tijd kwamen roterende molens in zwang. Zwaardere uitvoeringen (die bijvoorbeeld gevonden zijn bij Forum Hadriani - het tegenwoordige Voorburg) werden door ezels en paarden voortbewogen. Ze waren essentieel voor de grootschalige voedselproductie in legerplaatsen en steden als Noviomagus, het tegenwoordige Nijmegen.
In de Romeinse tijd breidde het transport over de Rijn zich sterk uit. Voor de Romeinen was de Rijn in de eerste plaats van strategisch-militair belang. Vanaf het begin van onze jaartelling vormde het Rijngebied de noordgrens van het Romeinse Rijk, de zogenaamde Limes. De Rijn was een relatief gemakkelijk te verdedigen natuurlijke barrière. Maar minstens zo belangrijk was dat er in geval van dreiging gemakkelijk troepen over de Rijn aangevoerd konden worden om een eventuele opstand of inval de kop in te drukken. Ook voor de handel was de Rijn van levensbelang. In de Romeinse tijd ontwikkelde de Rijnhandel zich voorspoedig. Aan de Noorzeekust werd handel gedreven met Brittannië, via de Alpen en de Rijn werden mediterrane producten verhandeld als olijfolie, vissaus en wijn, getuige de talloze amforen die langs de Rijn zijn gevonden. Ook regionale producten, zoals bier en melkproducten, vonden hun weg over de Rijn.
Naast talloze producten en munten uit die tijd, die laten zien hoe belangrijk en wijdvertakt de handel in die tijd was, zijn er in Nederland ook Romeinse scheepresten gevonden. Die vondsten wijzen op het belang van de rivieren. Zo zijn er fragmenten aangetroffen van militaire galeien en verschillende typen transportschepen. Bij Druten is een grote platbodem aangetroffen. De meeste vrachtschepen dateren uit de tweede eeuw na Christus. Resten van graan en (bak)steengruis geven een indicatie van de lading van dergelijke schepen.
Vervolg: Opkomst en bloei van de Hanze
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
Romeinen
Werk
Tot -3000
Druten
Rijk van Nijmegen