Al in de middeleeuwen werd de energie van het stromende Waalwater gebruikt om molens aan te drijven. Die oude schipmolens zijn een inspiratie van nieuwe vormen van energieopwekking.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als levensader, thema Werken langs de Waal.
Dat de energie van stromend rivierwater in molens is te benutten, wist men al in de oudheid. De uitvinding van de schipmolens wordt toegeschreven aan de Byzantijnse generaal Belisarius, die in 536 Rome tegen de Goten hielp verdedigen. De gewone watermolens die het graan maalden werkten niet doordat de aquaducten door de Goten waren gesaboteerd. Door de innovatieve constructie van schipmolens, binnenmuurs in de Tiber, was Rome toch weer verzekerd van meel.
Net als vaste watermolens aan beken hadden schipmolens raderen die door het stromende water in beweging werden gezet. Ze waren echter veel flexibeler inzetbaar. Ze werden in de volle rivierstroom vastgelegd met een oeververbinding of met een anker. De sterkte van de stroming werd zo optimaal benut, ook bij laag water.
De constructie bestond uit een houten drijvend platform van tussen de 10 en 15 meter lang -het feitelijke schip- met daarop een molenhuis en zijwaarts een of twee waterraderen, die in hoogte instelbaar waren. De draaibeweging werd vooral gebruikt om molenstenen aan te drijven en zo graan te malen. Schipmolens werden ingezet op plekken waar de rivier een hoge stroomsnelheid had. Ooit had Bagdad zestig en Parijs tachtig schipmolens. Keulen beschikte ook over hele batterijen aan elkaar vastgesjorde molens.
In ons land is minder snelstromend water. De Nederlanders gebruikten vooral windmolens. De schipmolen was in ons land dus een bijzonder verschijnsel. Zeldzame voorbeelden kennen we in Maastricht, Deventer, Nijmegen en stroomafwaarts aan de Waal in Tiel. De bronnen melden ook een kopervolmolen bij Lent. Wellicht staan de schipmolens van Nijmegen daarom zo prominent afgebeeld op schilderijen en gravures van riviergezichten, zelfs op de gelegenheidspenning voor de Vrede van Nijmegen (1678). Ze lagen doorgaans in nabijheid van de oude Veerkade bij de Veerpoort en Stratemakerstoren. Hier, in de buitenbocht van de Waal, was vrijwel altijd sprake van snelstromend water.
Er zijn plannen om de schipmolens, maar dan moderne varianten, weer terug te brengen op de Waal. Dit in het kader van het energie-neutraal maken van de stad. Het zou een van de toepassingen zijn van de Oryon Watermill, een Gelderse uitvinding om energie te winnen uit stromend water, waarbij het landschap wordt gespaard.
Vervolg: Twee bijzondere handelsproducten: wijn en hout
Melchior de Grood en Jan Neefjes, Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
1500-1600
Nijmegen
Rijk van Nijmegen