"Een week of zes voor de geboorte moest je de wieg en de kleertjes voor de baby klaar hebben. Tegen de tijd dat het zover was, werd het bed op klossen gezet. In het bed werd een kraammatras gelegd, dat was gemaakt van oude kranten en dan was het wachten op de weeën. Als de vliezen braken dan moest de dokter gehaald worden, een baakster of een kraamhulp. De meeste tijd was de vader bij de bevalling aanwezig. Toch zijn er ook gevallen dat de vader zo zenuwachtig was dat de dokter de vader de kamer uitstuurde. Als de baby in de wieg lag, meestal een rieten wieg van Lang of van Freriks, kregen de dokter, de vader en niet te vergeten de baakster een borrel om het wachten op de nageboorte minder lang te laten duren."
Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling 'Gelderse verhalen op reis'. De tentoonstelling is ontwikkeld naar een idee van Charlotte Reijngoudt-Giesbers, voorheen streektaalfunctionaris bij Gelders Erfgoed en is mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van de Provincie Gelderland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de medewerking van vele dialectsprekers in Gelderland.
Streektaal
Zorg
Volkscultuur
1950-2000
Oude IJsselstreek
Volkscultuur
Achterhoek