Interview met Lambert van Uden, geboren in 1960 in Alphen aan de Maas. Lambert is ruim 34 jaar bestrijder geweest van muskus- en beverratten in het land van Maas en Waal. Vervolg op “Muskusratten; een bedreiging voor onze veiligheid.”
“Ik ben geboren en getogen aan de Molendijk in Alphen aan de Maas. Daar hadden mijn ouders een boerderij met vee en fruitteelt. Als kind heb ik veel gespeeld bij de molen en langs de oevers van de Maas. Als boerenzoon groei je op met dieren. Na de mavo ging ik naar de landbouwschool en op mijn 18de ben ik gestart met het houden van zoogkoeien en met akkerbouw. Behalve boer was ik ook rattenvanger.”
“34 jaar lang ving ik muskus- en beverratten. Deze dieren beïnvloeden door hun graafwerk de kwaliteit van dijken, dammen en keringen. Bij mijn zoektocht naar die rattensoorten kwam ik de laatste jaren steeds meer dieren tegen die overlast geven, met name bevers en dassen. Beide soorten laten hun sporen na in de natuur en vooral de graafschade die ze veroorzaken, haalt vaak het nieuws.”
“In 1826 werd de laatste bever in Nederland gedood. In 1988 werd de bever weer uitgezet in de Biesbosch, De Gelderse Poort en het Hunzedal. Wat het aantal bevers betreft is het een succes. Bij het speuren naar ratten komen we de laatste jaren steeds meer sporen en verblijfplaatsen van de bever tegen. De toename is enorm. Het is voor de biodiversiteit mooi, maar de keerzijde is dat we steeds meer graafschade zien die de bever aanricht.”
“Net als de muskusrat graven bevers en dassen holen. De bever is de grootste van het stel en maakt dan ook de grootste holen. Zo’n hol is manshoog. Er past een koe in. De bever graaft een ingang onder de waterlijn en vandaaruit meerdere gangen omhoog tot vlak onder het oppervlak van het grasland, om voldoende zuurstof te krijgen. Loopt een sloot naast een spoorlijn, dan graaft een bever vanuit de sloot een gang en ondermijnt zo de spoorlijn. De das doet hetzelfde. Die graaft ook in het talud van een dijk, dam of spoorlijn. Rails verzakken en dat is gevaarlijk. En omdat er zoveel bevers zijn bijgekomen, wordt er steeds meer in dijken gegraven, ook dat is een veiligheidsrisico.”
“De muskusrat is een slordige eter. Die laat altijd veel voedselresten achter. Als de rat in de buurt van een beverburcht eet, profiteren vooral jonge bevers daarvan, want die eten die resten op. De rat helpt de bever en zo ontstaat de situatie dat de bever de muskusrat gedoogt. De ratten komen door dezelfde ingang naar binnen als de bevers en zoeken dan een gang waar ze rustig kunnen verblijven. Het gevolg is dat de ratten niet meer kunnen worden weggevangen met klemmen of vallen. De bever is een beschermde diersoort en daarom mag men in een burcht die vangmiddelen niet gebruiken. Er moeten kooien worden gebruikt waarin de ratten levend worden gevangen. De vangkans daalt en het vangen met deze kooien is veel tijdrovender. Als rattenvanger moet je dus goed weten wat er in je rayon aan de hand is en waar ratten gebruikmaken van de beverburcht. Door het steeds weer uitzwerven van jonge bevers komen er steeds nieuwe plekken bij waar ze zitten.”
“Het is logisch dat je schade wilt voorkomen, maar dat is niet zo eenvoudig. Omdat de bever en de das beschermde diersoorten zijn, mag je er niet op jagen, ze vangen of verjagen. Men zal goed moeten kijken hoe hiermee kan worden omgegaan. Het beschermen van deze dieren mag niet ten koste gaan van de veiligheid en ze veroorzaken enorme herstelkosten.
Wij houden bij het speuren naar de muskusrat ook bij waar bevers en dassen zitten. Al die informatie leidt tot een overzicht van waar dieren zitten en hoeveel. Ook adviseren wij wat er mogelijk aan de overlast gedaan kan worden. Dit overleg met elkaar zal moeten leiden tot effectief natuurbeheer.”
“Het werk van muskusrattenvanger blijft bestaan. Het wordt steeds verder uitgebreid met het in beeld brengen van de bever en de das. Het lijkt mij goed om dit te doen, omdat het mijns inziens tijd wordt om een aankomend probleem af te wenden. Voorkomen van overlast is van groot belang. Ik wens de besluitvormers veel wijsheid en de rattenvangers veel succes bij hun nuttige werk.”
Stef Kraan 2024, Regionaal Archief Rivierenland, CC-BY-SA
Sprekende Herinneringen
Landschap
1950-2000
2000-nu
West Maas en Waal