
In Oost-Gelderland ontstond sedert de tiende eeuw een andere wijze van grondbeheer, namelijk horigheid en het hofstelsel. In een tijd waarin ruilhandel nog floreerde en geld in het economisch leven geen rol van betekenis speelde, maakte horigheid het mogelijk grootgrondbezit te exploiteren door boeren en landarbeiders te binden aan de grond die zij bewoonden en bebouwden. Meerdere boerenbedrijven tezamen vormden een economisch en administratief centrum dat hof werd genoemd. Dat hof stond onder leiding van een scholte: de lokale vertegenwoordiger van de landheer. De scholten behoorden zelf ook tot de horigen, maar zij verkregen in de loop der eeuwen een aanzienlijke betere positie dan hun ondergeschikten.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Gelderland. Het volgende venster is hier te vinden.
Gelderland
Landschap
1000-1500
1500-1600
1600-1700
1700-1800
Achterhoek