Herinneringen van mijn tante aan Frimangron (deel 2)

“Anton de Kom woonde een straat achter ons”

Monique Manhoef interviewde haar tante Jacqueline Charlotte Henriëtte Hoefdraad. Ze is geboren in 1925 in de Rust en Vredestraat nummer 133 in de wijk Frimangron in Paramaribo, bestemd voor vrijgemaakte slaven. “Ik heb familie die al zes generaties woont op Frimangron, vrije nazaten van de slavernij.”

Slavendrijfster

“Ik heb gehoord dat als de mensen op het veld gingen werken, dat ze dan met de boot over de rivier gingen. Een vrouw had een baby, en die huilde en huilde. Ze wilde niet stil zijn. De slavendrijfster pakte het kind, dompelde het onder water en toen ze niet meer ademde gaf ze het terug aan de moeder. ‘Nu is ze stil’, zei ze. Ze was een duivel, haar naam was Susanna Duplessis. Mijn moeder maar ook andere mensen vertelden mij dat toen zij overleed het flink heeft geonweerd, de donder ging tekeer. Omdat ze zo slecht was, zij mishandelde vrouwen in die tijd. Ze is begraven bij Fort Zeelandia in Suriname.”

Spaanse bok

“Als je in de slaventijd wat gedaan had dan kreeg je met de zweep bij Fort Zeelandia. Daar brachten ze de mensen naar toe en daar werden ze gezweept. ‘Spaans Bokko’? Dat is de zweepslag die de slaven kregen. Ze gaven hun een brief om mee te nemen. Ze wisten het niet en kregen zweepslagen. In deze tijd zou er geen slavernij meer zijn. Want die jonge kerels zouden het niet pikken! Maar die kerels van vroeger, die gingen gewoon met een briefje en kregen een pak slaag.”

Liedjes uit de kindertijd

“Er was een spelletje dat wij veel speelden toen we klein waren: we legden stenen neer stenen, dan rolde je met een steen. We zongen er een lied bij: ‘Faya siton no bron miso, no bon miso’ – Vuursteen brand me niet, ‘Adygen masra Yanki kiri suma pikin’ – Meester Jan maakt mensenkinderen dood.”

Anton de Kom

De familie De Kom woonde vlakbij  het huis van tante Jacqueline. Zij kende de zus van Anton de Kom. “Hij was in strijd met de regering. Zij hebben hem verbannen naar Nederland. Of is hij zelf gegaan? Ik kende zijn twee zussen. Eén van hen werkte in een verpleeghuis voor lepralijders. Ik was nog een meisje van negen jaar, toen ik mensen hoorde zeggen wat er in de stad gebeurde met Anton de Kom. Een vrouw die van de markt kwam vertelde over Anton de Kom. ‘Ze hebben hem gepakt.’ Ze woonden in de straat achter ons. De eerste straat waar vrije slaven woonden. Daarom noemen ze de wijk ook ‘Frimangron’, Fri betekent vrij en mangron: slaafgemaakten’.”

Vertrek naar Nederland

Toen Orlando, de zoon van tante Jacqueline,  Suriname verliet en zich in Nederland ging vestigen, zei hij dat zij een keer naar Nederland moest komen. Dat deed ze, maar al snel bleek dat ze alles al hadden geregeld om haar ook in Nederland te laten blijven. Ze ging in Ede wonen in de wijk Velthuizen. Ze kreeg de Nederlandse nationaliteit, nadat ze werk had gevonden als huishoudelijke hulp in de thuiszorg. Ze had het goed maar miste het Surinaamse leven wel. “In Suriname ben je de hele dag buiten. Je kon buiten zitten onder de bomen, iedereen die langskwam kende je. Je hoefde maar een bankje neer te zetten. En iedereen komt zitten. Je zit buiten en praat. Maar hier… Je blijft de hele dag binnen.”

Dit is deel 2 van dit interview met Jacqueline Charlotte Henriëtte Hoefdraad. Lees hier deel 1.


Rechten

Monique Manhoef, transcript en bewerking Paul Arends, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Personen

  • 1900-1950

  • 1950-2000

  • Ede

  • Veluwe

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl