De familie Gomperts: Joodse plantage-eigenaren

Tussen 1909 en 1913 komen zes kinderen Gomperts, geboren in Paramaribo, naar Apeldoorn vanuit Nederlands Indië. Zij komen zonder hun ouders. In 1914 vertrekken zij allen weer uit Apeldoorn, via Nederlands Indië naar Den Haag. Wie waren deze kinderen? En waarom kwamen zij naar Apeldoorn?

De familie Gomperts

In 1863 wordt David Coenraad Gomperts geboren in Paramaribo. Hij is de zoon van Coenraad Eliazer David Gomperts (Paramaribo 1835-1896) en Abigael David de Vries (Paramaribo 1832-1902), en de kleinzoon van Ester Moses Salomons (Paramaribo 1813-1854) en Eliazer Jacob Gomperts (Paramaribo 1808-1879). In 1892 huwt hij met Selly Alexander Samuels, ook geboren in Paramaribo in 1869. Zij krijgen zes kinderen: Betsy Julie (1893-??), Flora Annie (1894-1990), Jacques David (1895-1965), Alexander David (1897-1992), Louise Estelle (1898-1992) en Coenraad David (1900-1973). Zij zijn allen geboren in Paramaribo.1

Vader David Coenraad studeerde aan de Geneeskundige School in Paramaribo.2 Hij behoorde bij de eerste lichting studenten aan deze nieuwe opleiding. Hij legde het artsexamen af in 1889 en was vervolgens geneesheer in Boven Para en Paramaribo. In 1902 kreeg David Coenraad eervol verlof, en kort daarna vertrokken hij en zijn gezin naar Nederlands Indië, waar hij ook als geneesheer werkte. Daar woonden hij en zijn vrouw tot 1914, toen ze verhuisden naar Den Haag.

De familie Gomperts waren Joodse slavenhouders in Suriname, met Ester Moses Salomons als erflater. In 1863 kregen de familieleden voor in totaal 24 slaafgemaakten compensatie, het is niet bekend op welke plantage(s) zij werkten.3 Op de plantages Vreeland, Kent en Jagtlust werkten enkele honderden (vanaf 1853) Chinese en (vanaf 1873 ook) Hindoestaanse contractarbeiders voor de familie Gomperts.4

Joodse plantage-eigenaren

Het aandeel van de Nederlandse Joodse gemeenschap in de trans-Atlantische koloniale slavernij was relatief groot (in vergelijking met andere landen) door de bijzondere positie die de Joodse gemeenschap in de Republiek had.5 In 1665 kregen de Joden in Suriname vrijheid van godsdienst, in 1667 kregen ze het recht om een eigen gemeenschap te stichten met een synagoge, school en begraafplaats. Het doel was zo meer plantage-eigenaren naar Suriname te trekken. Rond 1680 werd aan de Cassiporakreek zo’n 50 km ten zuiden van Paramaribo de Jodensavanne gesticht, een dorp van Joodse plantage-eigenaren. Hier werd een van de eerste synagogen in de Nieuwe Wereld gebouwd.6 7 Eind 17e eeuw telde de Jodensavanne ruim 9500 inwoners, waarvan 9000 slaafgemaakten, en 40 plantages. Op zijn hoogtepunt in de 18e eeuw waren er 115 plantages. Vanaf 1770 ging het bergafwaarts met deze plantages en verhuisden velen naar Paramaribo. Aan het einde van de 18e eeuw was ruim een derde van de ‘witte’ bevolking van de kolonie Suriname Joods.8 In 2023 is de Jodensavanne op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst.9

Plantage Ma Retraite

De familie Samuels was eigenaar van de plantage Ma Retraite aan de Boomskreek, een zijstroom van de Surinamerivier. Selly Alexander erfde in 1922 de plantage samen met haar broers Samuel Alexander en Aron Alexander. Daarmee kwam ook deze plantage deels in bezit van de familie Gomperts. Zij lieten contractarbeiders uit Java op de plantage werken, in totaal hebben 73 vrouwen en mannen in opdracht van David Coenraad en Selly Gomperts vanaf 1922 de overtocht vanuit Java gemaakt. In 1924 richtte David Coenraad de N.V. Cultuur Maatschappij Ma Retraite op, waarvan hij directeur werd.10 Hij leidde de N.V. vanuit Den Haag in Nederland.

De plantage Ma Retraite lag in het huidige noordoostelijk deel van Paramaribo. Gelegen aan de Surinamerivier verbouwde men hier koffie en cacao. De plantage werd gesticht door Jan Nepveu, gouverneur-generaal van Suriname (1768-1779)11, en kwam in bedrijf tussen 1770 en 1775. Op het hoogtepunt werkten er 183 slaafgemaakten. In 1863 waren dit er nog 69 en was de plantage in handen van de familie Samuels. Zij ontvingen fl. 20.700 aan compensatie. Er werd toen alleen nog cacao verbouwd. Vanaf 1864 werkten Aziatische contractarbeiders op de plantage en tot de jaren zeventig van de twintigste eeuw was de plantage in bedrijf.

In het huidige straatbeeld van noordoost-Paramaribo is nog veel zichtbaar van de vroegere plantage. De Ma Retraiteweg/Gompertstraat was de vroegere middenweg van de plantage. De wijken die in de jaren zestig ontstonden bij de verkaveling van de plantage zijn Ma Retraite I, II en III genoemd.12

De kinderen Gomperts

De zes kinderen van David Coenraad en Selly Alexander hebben in Apeldoorn gewoond. Zij kwamen tussen 1909 en 1913 vanuit Nederlands Indië om hier naar de Koninklijke HBS te gaan.13 Zij woonden in huis bij de familie Charlouis.

Andries Cornelis Philippus Charlouis (1857-1926) was geboren in Paramaribo. Zijn vader Andries Daniël Charlouis (1814-1880) was koloniaal ontvanger en betaalmeester in Paramaribo. Hij was ook een Joodse slaveneigenaar en ontving in 1863 fl. 30.000 aan compensatie voor slaafgemaakten (plantage onbekend).14

Mogelijk kenden David Coenraad Gomperts en Andries Cornelis Philippus Charlouis, beiden zonen van Joodse plantage-eigenaren, elkaar uit de tijd in Paramaribo. De laatste was toen hij naar Apeldoorn kwam al gepensioneerd als militair. Hij was in 1896 in Zutphen getrouwd met Johanna Catherina Schultz (1871-1948) en zij hadden twee dochters, Alberta Eveline en Wilhelmina Andrea. Zij vestigden zich in 1907 in Apeldoorn en bewoonden samen met de moeder van Johanna Catherina, Alberta Victoria Schultz geb. Nieuwland, een riante villa genaamd ‘ Sunny Cottage’ aan de Burg. Tutein Noltheniuslaan 24 in de toen nieuwe wijk De Parken.15

In 1909 kwamen de oudste drie kinderen Gomperts zonder hun ouders in Apeldoorn aan en gingen inwonen bij de familie Charlouis in ‘Sunny Cottage’. Op dezelfde dag werd ook een dienstbode, Johanna Berendina van den Bos (1890-1992) afkomstig uit Apeldoorn, ingeschreven op hetzelfde adres. Alexander David Gomperts arriveerde in 1910 in Apeldoorn. In dezelfde tijd arriveerde ook een neef, Max Theodoor Charlouis geboren in 1896 op Curacao. In 1911 kwam een nieuwe dienstbode, Trijntje Margaretha van Dijk (1902-1989) uit Hattem, bij de familie in dienst. In 1913 kwamen tenslotte de twee jongste kinderen naar Apeldoorn. Zij waren allen inwonend bij de familie Charlouis op de Burg. Tutein Noltheniuslaan 24.16

Op 21 juli 1914 worden alle zes kinderen uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Apeldoorn met bestemming Nederlands Indië. In dat jaar vertrok het gezin Gomperts vervolgens naar Den Haag. De kinderen zullen hun schoolcarrière ongetwijfeld daar hebben voortgezet.

Jacques David trouwt in 1920 in Toelangan op Java met Johanna Wilhelmina Hubertina (Jopie) Ramakers.17 Zij vertrokken later naar Paramaribo waar hij in 1940 plaatsvervangend directeur werd van de N.V. Cultuurmaatschappij Ma Retraite.18 Hij zet de firma van zijn vader in Suriname voort. In de jaren zeventig van de 20e eeuw werd de plantage opgeheven. De N.V. werd pas in 2015 opgeheven.19

Slot

Zowel de familie Gomperts als de familie Charlouis heeft zijn fortuin te danken aan de slavernij in Suriname en ze kwamen uiteindelijk samen in Apeldoorn. Zij maakten beide deel uit van de Joodse gemeenschap in Paramaribo. Het volgen van onderwijs op de HBS zal de reden zijn geweest van de kinderen Gomperts om naar Nederland te komen, en de relatie met de familie Charlouis die de kinderen opnam is de reden dat ze daarvoor naar Apeldoorn kwamen.

In 1943 kwamen David Coenraad en Selly Alexander om in Sobibor. De zes kinderen overleefden allen de oorlog.20

Dit verhaal is geschreven door Marlies Stouthard in het kader van onderzoek naar Sporen van slavernijverleden in Apeldoorn in opdracht van en samenwerking met CODA Apeldoorn.

Bronnen

  1. Geneanet.org, Struycken-Jacobs stamboom. https://gw.geneanet.org/jstruycken?n=gomperts&oc=&p=david+coenraad
  2. De Geneeskundige School te Paramaribo, opgericht op 1 april 1882, was een kosteloze opleiding, maar met de verplichting voor de afgestudeerden om daarna zes jaren in een district in Suriname te werken. De opleiding was geen volledige medische opleiding. Met het Surinaamse diploma mocht men alleen in West-Indië praktijk uitoefenen. In Nederland gaf het diploma wel recht om de studie af te ronden tot een volwaardig artsdiploma.
  3. Nationaal Archief Den Haag, nummer toegang: 2.02.09.08, inventarisnummer: 231.
  4. Nationaal Archief, Den Haag, Index Suriname: Contractarbeiders uit China en Index Suriname: Contractarbeiders uit India (Hindoestanen).
  5. Oostindie, G. J. (2007). Een paradox van vrijheid en slavernij. Joden en slavenhandel in de Nieuwe Wereld. Academische Boekengids, 61, 13-15.
  6. Dikland, Philip (2001). Het dorp Jodensavanne aan de Surinamerivier. https://www.suriname-heritage-guide.com/
  7. De eerste synagoge in de Nieuwe Wereld werd in 1636 door Nederlandse sefardische Joden gebouwd in Recife, Brazilië, en in 1654 weer gesloten. De WIC probeerde in die periode het noordoosten van Brazilië te veroveren; Nederlands Brazilië was van 1630-1654 de eerste belangrijke kolonie van de Republiek. In 1999 is de synagoge in Recife herbouwd. Bron: Mariana De Campos Françozo, OVT op reis, VPRO OVT 14 juli 2024.
  8. Haarnack, Carl. Joden in Suriname. https://bukubooks.wordpress.com/jews/
  9. https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/77592
  10. De West: nieuwsblad uit en voor Suriname, 26-02-1924.
  11. De Apeldoornse burgemeester Willem Roosmale Nepveu (1866-1950) was een nazaat van deze Jan Nepveu.
  12. Dikland, Philip (2002-2004). Koffieplantage Ma Retraite aan de Boomskreek. https://www.suriname-heritage-guide.com/
  13. Apeldoornse Courant 6-9-1911, 17-7-1912, 17-9-1912, 12-7-1912. Ook: stamboeken van het KSG archief 1910-1914. Met dank aan Tineke Jeltsema en Loek Schreurs (beheerders archief Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn).
  14. In het Nationaal Archief Haag, nummer toegang 2.02.09.08, inventaris nummer 230, is sprake van slechts twee slaafgemaakten waarvoor Andries Daniël Charlouis compensatie ontving.
  15. De Burgemeester Tutein Noltheniuslaan heette tot 1911 Kastanjelaan.
  16. CODA archief, Apeldoorn, bevolkingsregister Apeldoorn. 17 Apeldoornse Courant 25-11-1920. 18 De Surinamer: nieuws- en advertentieblad, 17-02-1940. 19 Rudge E.P. et al. (2017). Vonnis Ktr. dd. 17 maart 2015 A.R. no. 10-4150 M.N.I. Sanmoestaman ca de N.V. Cultuurmaatschappij Ma Retraite. Surinaams Juristenblad 3, 116-122.
  17. Joods Monument. https://www.joodsmonument.nl/nl/page/374899/david-coenraad-gomperts


Rechten

Marlies Stouthard i.s.m. CODA Apeldoorn, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Streekgeschiedenis

  • Werk

  • Landbouw

  • 1900-1950

  • Apeldoorn

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl