Gerrit Steenbergen (1954), nu financieel directeur van een internetbureau, was in de roerige jaren ’70 een activistische jongeman. Hij trok de aandacht van de BVD (Binnenlandse Veiligheidsdienst), dat nu de AIVD heet. Hij vertelt erover.
'Begin jaren zeventig, ik zal zo ongeveer zeventien jaar zijn geweest, was ik al activistisch. De derdewereldproblematiek ging me toen al aan het hart, evenals de koloniale problematiek, maar de oorlog in Vietnam was de belangrijkste trigger. Die oorlog was toch wel de grootste schandvlek van de westelijke wereld, een volstrekt zinloze strijd in alle opzichten.
Dat was de ene reden maar de tweede was de culturele kant, die vond ik ook heel belangrijk. Ik wilde een andere leefstijl dan de generatie voor mij, een met eigen muziek en lang haar. Ik was trouwens al snel klaar met de langharige mentaliteit. Dat was slappe hap en ik kreeg er op school gedonder mee, dan moest ik naar de kapper. En er was meer van dat soort gezeik, maar dat was altijd goed en je ging het niet uit de weg. Ik was daar het type ook niet naar.
Samen met een paar vrienden hebben we de plaatselijke Wereldwinkel opgericht. We vonden dat er eerlijker prijzen moesten worden betaald, voor onder andere de koffie en thee. Op een dag kwam ik erachter dat we de aandacht hadden getrokken van de BVD, de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Op cruciale plekken in de samenleving had de BVD informanten, zoals op het politiebureau en het postkantoor.
Mijn vader had een goede bekende die een hoge politieagent was en in de oorlog in het Christelijk Gereformeerde verzet had gezeten. Hij vertelde mij dat er onderzoek naar mij werd gedaan door de BVD. Hij vond dat niet kunnen, het was onfatsoenlijk en hij vond dat 'NSB-mentaliteit'. Toen ik het wist ben ik erop gaan letten en dan zie je het. Ik kreeg bijvoorbeeld via de post boeken opgestuurd en aan de dozen kon je zien dat ze al eens open waren gemaakt en weer dichtgeplakt.
Ik ben naar het postkantoor gegaan, daar was toen nog, ouderwets, een directeur in een apart kantoor. Ik ben op de een of andere manier gewoon doorgelopen, heel brutaal, naar de kamer van die vent en recht op de man gezegd: ''Jij maakt hier alles voor mij open, maar dat is wel laatste keer geweest. Het gaat je geen donder aan wat er naar ons huis gestuurd wordt. Je krijgt er gedonder mee als dit niet stopt.'' Daarna was het afgelopen, aan de dozen viel niets meer te zien. Dus dan weet je dat het klopt. Misschien keken ze er nog wel naar, maar dat werd dan onzichtbaar gedaan. Ik heb wel laten weten dat ik wist dat het gebeurde.
Toen ik achttien was werd ik zomaar voor militaire dienst afgekeurd, binnen twee uur tijd. Ik kreeg S5, dat betekende dat ik geestelijk instabiel zou zijn, terwijl ik niet echt afgekeurd wilde worden. Toen ik binnenkwam werd ik al meteen naar de psycholoog gestuurd. Achteraf denk je: ‘Dat is raar!’ Bij anderen gebeurde dat niet op die manier. Veel later heb ik gelezen hoe dat soort instituties werken, dan begrijp je ook beter waarom ze dat doen. Zoiets als de Stasi in de DDR deden, maar die waren een factor honderd erger.
Ik heb er trouwens nooit last mee gekregen, sommigen andere jongens wel en die zijn in hun carrière geschaad. Ik was gewoon een burger die gevolgd werd. Daar zijn er heel veel van.'
Dit verhaal is geschreven door Herma Ter Mul, lid Werkgroep Oral History Gelderland, op basis van een interview met Gerrit Steenbergen.
De verhalen over de Koude Oorlog in Gelderland zijn ook gebundeld in een magazine. Belangstellenden kunnen het magazine bestellen bij Werkgroep Oral History Gelderland, Jan van de Lagemaat. Het kost € 12,50 (€ 16,50 inclusief verzendkosten) via e-mail: werkgroeporalhistorygelderland@gmail.com.
Herma Ter Mul, Werkgroep Oral History Gelderland, CC-BY-NC
Koude Oorlog
Oost - West
Personen
1950-2000
Apeldoorn
Veluwe