Theo Schuurman, geboren in Dinxperlo (1936) vertelt ons hoe hij de Tweede Wereldoorlog als jonge jongen in Dinxperlo heeft beleefd.
'Op mijn vijfde jaar ging ik naar de Bewaarschool, daarna naar de ‘grote’ school in de Tekenschool. Deze bestond uit 2 of 3 lokalen, waarvan er één gebruikt werd voor in beslag genomen inboedel van Joodse mensen die afgevoerd waren naar de vernietigingskampen. In mijn herinnering zie ik nog de familie Spiegel vertrekken, waarvan niemand terugkeerde. Dit gold ook voorde familie Prins, waarvan de zoon zijn hele mooie postzegels boven uit het raam liet dwarrelen. Wij maar vangen en zoeken naar al die mooie zegels! Achteraf erg triest, maar als kind besefte je dit gelukkig niet allemaal.
De tapijtfabriek waar mijn vader werkte, moest een tiental mensen leveren voor werk in Hamburg. Ook mijn vader moest gaan. Na het eerste verlof met Kerst zijn er weinig teruggekeerd naar Duitsland en zij moesten daarom dan ook onderduiken. Dit was de reden dat ik mijn vader pas na de Bevrijding terugzag. Alleen bij nacht en ontij kwam hij thuis, als ik in bed lag. We hadden ook inkwartiering van een goede, betrouwbare officier van Oostenrijkse afkomst. Hij waarschuwde als er weer razzia’s kwamen. Bij de Bevrijding werd hij geholpen om op de fiets als burger terug naar huis te vluchten. Mijn ouders hebben nog lang contact met hem gehad!
Tijdens de Bevrijding zijn er duizenden granaten op Dinxperlo afgeschoten. Ook ons huis werd getroffen door drie granaten; de meubels van boven lagen beneden. Wij logeerden gelukkig tijdelijk in De Heurne bij familie. Toen tegen de Bevrijding de Duitsers zich terugtrokken uit onze gevorderde school, gingen wij direct inspecteren of er nog iets voor ons was achtergebleven dat we konden gebruiken. En ja, in een voorraadhok vonden we een doos met blikjes met aan het deksel een kettinkje. Eén van ons trok eraan en er volgde een kleine explosie. Wat bleek: het waren rookhandgranaten. Gelukkig waren alleen onze gezichten onherkenbaar blauw. We wisten niet hoe gauw we naar huis moesten komen!
Kortom, als jongen viel er altijd wel wat te beleven. Bijvoorbeeld een vliegtuig dat neerstortte midden in de Hogestraat, wij stonden dan met de neus vooraan en werden met een schop onder de kont weggejaagd door de Duitse militairen. Veel spannende dingen; elke dag wel wat! Maar ook zaten we wel eens uren in de schuilkelder, wat natuurlijk minder prettig was. Ook van school kwam niet veel terecht. Er was vaak luchtalarm, dus de hele derde klas ging voorwaardelijk over. Ook was de school aan de Terborgseweg gevorderd, dus geen les. Hoera! Ondanks het oorlogsgeweld en dreiging hadden we veel plezier en viel er veel te beleven; gelukkig besef je dat niet zo, als kind! Maar daardoor moest ik na de bevrijding erg mijn best doen om de leerachterstand in te halen. En dat viel niet mee..!'
Dit is verhaal is ingestuurd door Theo Schuurman (en bewerkt door Jelle van de Graaf, Rijnbrink) in het kader van 'WO2-verhaal Gezocht'. Lees de overige ingestuurde verhalen in de Special 'Getuigen van de Oorlog'.
Ingestuurd door Theo Schuurman, bewerkt door Jelle van de Graaf (Rijnbrink), CC-BY-NC