In 2014 zijn door de AWN-afdeling Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland samen met de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water inspectieonderzoeken uitgevoerd naar de Romeinse resten in de Bijland bij Herwen. In de jaren ‘30 en ‘40 van de vorige eeuw werden deze ontdekt bij zand-en grindwinning.
Op de in 1938 opgebaggerde grafsteen van Marcus Mallius staat de plaats ‘Carvio ad molem’ vermeld, te vertalen als ‘Herwen bij de dam’. Prof. Vollgraff meende dat het ging om een dichte puinmassa, die afkomstig was van de vroegere Dam van Drusus, gebouwd vanaf 12 v.Chr. Toen er andere vondsten naar boven werd gehaald, werd het steeds waarschijnlijker dat het de resten zijn van het vroegere castellum Carvium.
De locatie van dit Romeinse puin is nooit goed vastgelegd. Duikactiviteiten in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw hebben de plek niet beter in beeld gebracht. Omdat er nieuwe plannen zijn voor zand- en grindwinning in en naast de huidige waterplas, was dit weer actueel geworden.
Omdat we tegenwoordig uitgebreide bodemscans van de Bijland kunnen maken, wordt het in kaart brengen eenvoudiger. Een scan van Rijkswaterstaat uit 2006 lokaliseerde de mogelijke puinzone. Het doel van de archeologische inspectie in de Bijland was om de locatie, de diepte en de omvang van de verspoelde Romeinse bouwresten vast te stellen. Van het boven water halen van objecten was dus geen sprake.
Bij het duikonderzoek zijn alleen twee fragmenten van Romeinse dakpan of tegel aangetroffen in de sliblaag waarmee de bodem bedekt is.
Het sondeeronderzoek is uitgevoerd vanaf twee aan elkaar gekoppelde pontons en een stuk drijvende steiger. Hiermee kon tot vier meter in de bodem worden doorgedrongen. Hierbij werd een aantal objecten vastgesteld, vermoedelijk van steenachtig materiaal.
Gemiddeld werd bij één op de 20 sonderingen op steen gestuit. Dit wijst dus niet op een aaneengesloten steenmassa. De beschrijving van Vollgraff uit 1939 bleek dus niet te kloppen. Het gaat om verspoelde resten van gebouwen.
De Romeinse resten in de Bijland zijn bijzonder. Omdat er plannen zijn om de Bijland uit te diepen voor recreatieschepen, komt er mogelijk vervolgonderzoek. In elk geval weten we nu al beter wat er onder het water ligt: de resten van Castellum Carvium.
Dit verhaal is afkomstig uit de Gelderse Archeologische Kroniek 2015.
Bronnen:
Jan Verhagen, CC-BY-NC
Archeokroniek
Archeologie
1900-1950
Zevenaar
Liemers
De Gelderse Archaeologische Stichting is sinds 1930 het archeologis…
De provinciaal-historische Vereniging Gelre beoogt sinds haar opric…