Op Goede Vrijdag 22 Maart 1940, om ongeveer 12:00 uur lokale tijd uur, stortte Spitfire PR IB N3069 neer bij de Oude Waal net ten zuiden van Herwen. De vlieger, Flying Officer Claude Mervyn Wheatley, raakte tijdens zijn poging om zich te redden met zijn parachute met zijn hoofd de staart van de Spitfire. Mervyn viel bewusteloos en niet staat om zijn parachute te openen naar zijn dood en werd vijf kilometer zuidelijk gevonden, vlakbij het Duitse dorpje Düffelward. Het wrak van zijn Spitfire is door Nederlandse militaire eenheden en door het bergingsbedrijf Van Den Tak Berging uit Rotterdam in de dagen na de crash geborgen.
Mervyn Wheatley werd geboren op 5 Oktober 1913 in Lewes, East Sussex, Engeland en had een oudere broer en zus. In September 1936 meldde Mervyn zich aan bij de Royal Air Force, na te hebben gewerkt als assistent bedrijfsleider in het bedrijf van zijn vader. Wheatley vloog in eerste instantie bij No. 105 Squadron van 1937 tot aan zijn plaatsing bij de zeer geheime Photographic Development Unit in 1940. De missie die hij vloog op 22 Maart 1940 was slechts zijn derde operationele vlucht boven vijandelijk gebied. Het was zeer gevaarlijk werk en doordat de vliegtuigen in dit prille begin van de ontwikkeling van de fotoverkenning onbewapend waren was het percentage gesneuvelden erg hoog. Begin 1944 lag dat op bijna zestig procent.
De Spitfire van de Photographic Development Unit (PDU) waarin Mervyn Wheatley vloog was een fotoverkenner, onbewapend, uitgerust met twee camera’s en uiterst geheim. Spitfire N3069 was speciaal aangepast voor deze taak en kon een hoogte bereiken van meer dan elf kilometer. Alhoewel zijn opdracht nog steeds onbekend is, is het zeer aannemelijk dat Mervyn Wheatley het Westelijk gedeelte van het Duitse Ruhrgebied moest fotograferen.
Duitse grensposten maakten op 22 Maart 1940 melding van het Engelse toestel waarop twee Luftwaffe Messerschmitt Me 109E jachtvliegtuigen opstegen vanaf de vliegbasis Bönninghardt Süd, vlakbij Geldren en Issum, voor de onderschepping. Het was Leutnant Harald Jung van Jagdgeschwader 20 die met grote moeite binnen schootsafstand wist te komen. Hij raakte op 10.500 meter hoogte de Spitfire zodanig dat Mervyn Wheatley besloot zijn toestel te verlaten.
Flying Officer Mervyn Wheatley werd de eerste fotoverkenningsvlieger die sneuvelde in de Tweede Wereldoorlog en zijn Spitfire de allereerste van dit type dat verloren ging na een luchtgevecht. Daarnaast is hij ook de eerste geallieerde vlieger die tijdens de Tweede Wereldoorlog boven Nederland sneuvelde. Mervyn Wheatley werd dezelfde avond nog met Duitse militaire eer begraven op het kerkhof van Düffelward. Op 25 April 1947 werd hij overgebracht naar het Reichswald Forest War Cemetery tussen Kleef en Gennep en rust nu in graf 3-F-14. Mervyn Wheatley werd slechts 26 jaar oud.
In 2016 is begonnen met het project een monument te realiseren voor Mervyn Wheatley vlakbij de crashplaats van zijn Spitfire. Het had uiteindelijk op 22 maart 2020 officieel onthuld moeten worden, maar is toen door de COVID-19 pandemie uitgesteld tot nader order. De steen waaruit het monument gemaakt is, Wealden Sussex Sandstone, is gedolven en vervaardigd in West Sussex (Engeland). De steengroeve is op slechts enkele kilometers van het geboortehuis van Mervyn Wheatley. Aangezien de groeve al meer dan honderd jaar oud is, moet voor Mervyn Wheatley deze steengroeve niet onbekend zijn geweest. De zwart granieten plaquette is in Zevenaar vervaardigd. Het monument is een zeer waardig eerbetoon aan Mervyn Wheatley en indirect aan alle fotoverkenningsvliegers die streden voor onze vrijheid.
Dit verhaal over Claude Mervyn Wheatley is ingestuurd door Sander Woonings, in het kader van het project 'WO2-verhaal Gezocht'. Lees de andere ingestuurde oorlogsverhalen in de special 'Getuigen van de Oorlog'.
Sander Woonings, CC-BY-NC